maandag 19 december 2011

Het is overal. Het is divers en onbevangen. Je loopt er tegenaan, struikelt en valt met je neus in de boter. Zodra je je antennes op actief zet, worden deze geprikkeld door beelden die zorgen voor fantasie en inspiratie.

Zo las ik laatst in het KLM blad Holland-Herald het volgende over een ‘treat’; ‘Don’t ever miss that connecting flight again! This kickboard comes with a fully incorporated cabin case so you can let your luggage move you, instead of the other way around.’ Een Zwitsers bedrijf heeft de micro luggage uitgevonden. Wat een uitvinding voor uitgestrekte luchthavens! Geen last meer van treuzelaars op de rolbanden met ‘mind your step.’ Je bepaalt je eigen tempo. En waarom ook niet? Er bestaat al een vouwfiets, dus een tas-step is volkomen logisch. Een rollator kan er niet aan tippen met haar langzame tempo en beperkte opbergcapaciteit. Het enige wat je hoeft te doen is het skateboard van de achterkant los te koppelen en de handgreep uit te rekken. En je zoeft zo de gate in, want komt het niet mooi uit dat de maat precies voldoet aan de vereisten voor handbagage?

Nu ik het toch over vliegen heb, komt gelijk weer boven wat een ‘vliegexperience’ voor mij inhoudt; de verassing van film, food en buur. En laat KLM nu net nadenken over social inchecken. En ook hier de opmerking, waarom niet? We netwerken ons suf en willen zo efficiënt mogelijk met onze tijd omgaan, dus waarom ook niet van te voren even kijken welke ‘profielen’ meevliegen naar of terug van dat buitenlandse oord. Matchmaking in de sky. Nu vraag ik mij af waarom KLM zich alleen focust op zakenlieden. Is uitzicht op het wolkendek niet de ideale positie voor een datingflight?

Geïnteresseerd in nieuwe mogelijkheden voor de vliegsector? Lees ook: innovatie in de vliegsector
De vliegexperience en de interesse in de medepassagier is al eerder beschreven in ‘Vliegtuig Rusland

zondag 20 november 2011

Gamestorm


Voor de werkgroep innovatieversnelling ben ik als vervolg op het Rad van Belemmeringen bezig met het opzetten van een wiki en serious game rondom belemmeringen voor innovatie. Ter inspiratie bezocht ik woensdag 16 november de Gamestorm van het Buitenhuis. Een korte impressie:

De basis voor het effect van kennisdoorwerking is eeuwen geleden in het China door Confucius als volgt geformuleerd:

‘Tell me and I will forget.
Show me and I may remember
Involve me and I will understand.’


Deze observatie triggert om het element ‘involven’ te integreren in nieuwe inzichten ter bevordering van de (innovatieve) verandering; ofwel een gedragsverandering. Hiervoor bestaan verschillende middelen:
Gamification: game elementen toepassen in de werkelijkheid. Bijvoorbeeld stairway to ‘pianoheaven’ van de fun theory.
Serious gaming: simulatie van de werkelijkheid in een gesitueerde interactieve (leer)omgeving, waarbij mensen gemotiveerd worden tot ander gedrag of bewust worden van mogelijke effecten. Ten grondslag hieraan ligt een opdracht (doel) binnen een complex systeemmodel met verschillende onzekerheden. Bijvoorbeeld ‘The Great Flu’ over de evolutie van een griepvirus en daarmee het gevaar van een mogelijke pandemie.

Tijdens de gamestorm keken we naar verschillende maatschappelijke uitdagingen; van omgang met nieuwe systemen tot bewustwording bij de burger. Het doel was het oplossingsvermogen van de actoren door gebruik van serious gaming te vergroten. Verschillende concepten kwamen aan bod. Een app met een afvalrace, waarbij de duurzaamheidsmarge van je ingekochte producten wordt gescoord en beloond. Een voorverpakte appel in tray en plastic folio levert minder punten op dan losse appels. Daarnaast kun je dan via sociale media jouw score vergelijken met die van je vrienden of van de wereldwijde consumptie. Een totaal ander concept ging over kennisoverdracht van provincie naar gemeente in het kader van de decentralisatie: ‘jouw zorg, mijn zorg’. Een spel waarbij het doel voor de gemeente was om zo snel mogelijk de verschillende kennisdossiers over te nemen. Zowel de expliciete gedocumenteerde kennis als de impliciete kennis door praktijkbezoeken en netwerkdeling. Het doel van de provincie is het zo snel mogelijk gereed maken van alle gemeenten in de provincie en het spelen van de ‘puppetmaster’; uitschrijven van extra challenges voor bonuspunten. Een derde uitdaging: het bewustzijn creëren voor het belang van fietsen met licht. Terwijl er flink gebrainstormd werd over foto’s en flashmobs, ging mijn gedachte uit naar extra applicaties voor de cabriofiets.

Het lichtsjabloon om meer identiteit uit te stralen. In plaats van een diffuus licht, wijst het gekozen sjabloon je de weg. Voor kinderen valt er te denken aan dieren of tekenfilmfiguren. Voor volwassenen kan er gedacht worden aan merken van het bedrijf of als gadget voor het daten: een hartjessjabloon als je bezet bent en een poppetjessjabloon voor singles. Heel herkenbaar.

De fietskit waarbij licht, geluid, navigatie en energieopwekking wordt gecombineerd. Het is een afgeleide van de carkit, maar met meer functionaliteiten. Je bevestigd de houder aan het stuur. De houder is aangesloten op het dynamo en zorgt direct voor energietoevoer, waardoor de mobiele telefoon tegelijktijdig oplaadt als licht verspreidt (het probleem van geen voorlicht is dan opgelost). Daarnaast laat het schermpje de route zien en kunnen de luidsprekers zorgen voor muziek, wat veiliger is dan rijden met oordopjes.

Uiteindelijk zijn er voor de verschillende concepten functionele ontwerpen gemaakt. Compleet met titel, slogan, kenmerken, rollen, schetsen en waarom is deze game de moeite waard. Eén kostbaar advies voor mijn vervolgtraject: ‘keep it simple’. Start met het bouwen van je kapel in plaats van direct te denken in Gaudi kathedralen. Een hele uitdaging als je het over meer dan 50 belemmeringen hebt. De komende tijd zal ik het ervaren tijdens het vastleggen van het systeem en de workshops om het functioneel ontwerp aan te scherpen. De vorderingen zullen te volgen zijn op: http://www.snellerinnoveren.nl/

dinsdag 15 november 2011

Luilekkerland SPIJS

Ode aan de heerlijkheid

Cupcakes vliegen me om de oren.
Etalages vol opgebouwd met lekkernijen.
Gelukkige glimlachen bij workshop taart versieren.
High tea hier, oliebollen daar.
Ambachtelijke bonbon winkels.
Smakelijk smullen.
O gulzigheid, wat een beroep op je speekselklieren.



Maar ik wil meer...

Een echt luilekkerland: het deegwaar ambachtenparadijs. Of meer commercieel: we gaan een dagje naar SPIJS. Het is tijd voor een nieuwe ervaring. Tijd om de pretparken te innoveren.

Een reden waarom dierentuinen bezocht worden, is omdat men kinderen en volwassen kennis wil laten maken met de veelkleurigheid en diversiteit van het dierenrijk over alle continenten heen. Eenzelfde gedachtegoed zou er ook voor ambachten moeten zijn. Het Archeon en Open Luchtmuseum trachten oude ambachten terug op de kaart te zetten. Maar ik zou het dichter bij huis willen zoeken: de banketbakker. En ik zou het meer sexy willen: denk aan een mix van Charlie en de chocoladefabriek naar Tim Burton en de droomshow Snoepfabriek.



Lekker vies worden. Spetteren in een jambad, douchen onder een hagelslagstraal of zwemmen in het chocoladebad. Heerlijk. Of samen met het meel door slurven glijden en vallen in een grote bak banketbakkersroom. Marshmallow paintbal en slagroom scherpschieten. Geen virtuele spelletjes: gewoon wie kan er de meeste gebakjes verpakken, wie kan er het snelst een cupcake versieren, wie maakt er de langste deegrol. Je kunt het spelelement zelf verder uitbreiden door met levels te werken. Bij een eerste bezoek mag je slechts een beperkt gedeelte van SPIJS bezoeken. De ‘secret’ chambers kunnen pas ontsloten worden na een x aantal uur of overwinningen bij de basisvaardigheden: deeg kneden, eieren splitsen en slagroom spuiten. Ook kan het vermaak gecombineerd worden met het functionele: een carrousel die gelijk het beslag mixt of een achtbaan die kneedt. Ideaal ook voor curricula op scholen: praktijkervaring voor de leerlingen die kennis en vaardigheden kunnen overbrengen op de bezoekers.

Een locatie lijkt moet ook zo gevonden zijn met al die leegstand. Is het Land van Ooit nog vrij? Of anders kunnen we een oude leegstaande fabriek in het centrum herbestemmen. Geef het zijn oude waarde en dynamiek terug. Ik zie kansen voor de Menebafabriek in Rotterdam.

Wat betreft de keuringsdienst van waren: iedereen krijgt bij binnenkomst een blitse overall, die ze door het ontsluiten van secret chamber kunnen pimpen met insignes. Geen contact tussen de voedingsmiddelen en de bezoekers. De hygiëne is gewaarborgd.

SPIJS haalt de drempel weg van reserveren en minimale groepsgrote bij welbekende workshops. Het voegt een spelelement toe aan het pretparkconcept en zorgt voor een educatief uitje. Daarnaast voldoet het aan de behoefte van smullen en knoeien. SPIJS zorgt ervoor dat je er rijker vertrekt dan binnenkomt, door de gigantische kennisimpuls en heerlijke spijsjes voor mee naar huis.
Kortom, het deegwaar ambachtenparadijs SPIJS, heeft een hoog amusement gehalte, is educatief, sociaal en actief.

Projectontwikkelaars, ik zou zeggen, grijp je kans. Ik zal graag een abonnement nemen op SPIJS, dus de eerste klant is binnen.

zondag 30 oktober 2011

Het vervoermiddel van de toekomst: Cabriofiets

Als klein kind vroeg ik regelmatig aan mijn vader, hoe zal de toekomst eruit zien? Dan kwam hij vroeg of laat altijd met de vliegmobiel; een zweefkussen die over luchtsnelwegen snelt van de Jetsons. Een combinatie van het vliegend tapijt, een raft en vliegtuig. Ook al leven we ondertussen in de 21ste eeuw, op dit moment hoor ik nog weinig over de zweefkussen. Wat mijnsinziens wél het vervoermiddel van de nabije toekomst kan worden is de overkapte elektrische fiets.

De elektrische fiets wint het aan populariteit. Werd het eerst afgedaan als een fiets voor ouderen omdat het minder inspanning vereist, sluipt het nu ook de wereld van de maatschappelijk verantwoorde ‘groene’ juppen binnen. Ondertussen staat het marktaandeel gelijk aan die van de kinderfiets. Het is een ideaal vervoermiddel voor de middellange afstanden met een gemiddelde actieradius van 70 kilometer. In de geconglomereerde Randstad kan je zo een hoop plekken aandoen. Ideaal om alle ellende van de auto (files, betaald parkeren en hoge benzine prijzen) achter je te laten. Daarnaast willen werkgevers en overheid graag dat mensen meer bewegen. Er worden ondertussen zelfs fietssnelwegen aangelegd zonder kruisingen met stoplichten en waar je als fietser altijd voorrang hebt. Doordat de elektrische motor tot de 25 km per uur het trappen ondersteunt hoef je niet meer bezweet aan te komen.

Dan is er alleen nog het argument van het onvoorspelbare natte Nederlandse weer, waarbij een regenpak altijd zorgt voor nattigheid. Hetzij omdat het ongemakkelijk is om over een pak aan te trekken, je geen plekt hebt om het op te bergen of doordat je het daardoor van binnen zo warm krijgt, dat het lijkt alsof het van binnenuit regent. Geen nood, waarom niet een cabriofiets á la de cabrio scooter. Een overdekte fiets biedt vele uitkomsten, zo kun je het maken van hetzelfde materiaal als de veiligheidshesjes inclusief reflectorstreep en ledlicht. Een interessant alternatief is om het te gebruiken voor reclame: het rijdt langzamer dan de auto, waardoor het logo of de boodschap ook echt gelezen kan worden.

Helaas bestaat de cabriofiets (of het woord) nog niet, maar volgens mij moet een prototype uit een aantal buizen gecombineerd met rolgordjnen goed te fabriceren zijn. Ik stel de volgende paklijst voor:
- 8 buizen
- 3 doorzichtige rolgordijnen
- 1 reflecterend rolgordijn
- twee ogen
- 4 haken
- aantal schroefjes en bouten
- 3 meter flexibele tentstok

De uiteinden van het stuur, de bagagedrager en pedalen vormen het statief.De tentstokken moeten worden ingenaaid in het rolgordijn om ervoor te zorgen dat er voldoende bollng is voor het dak. De rest kan als een ikea bouwpakket in elkaar geschoefd worden. Bijgevoegd een bouwtekening. Laten we gaan bouwen aan het vervoermiddel van de toekomst!

zondag 23 oktober 2011

Innovatie in de vliegsector

Een geroemd voorbeeld zijn de budget flights, waar door diensteninnovatie een vlucht is uitgekleed tot de essentiële basisbehoefte van de dienst: van A naar B. Alle gemakken kosten extra geld. Het voldoet aan de opkomst van de expierence: wil je goedkoop ervaren? Dan heb je een vliegtuig waar je nauwelijks je benen kwijt kan, waar het nog muffig ruikt van de vorige passagiers en waar water 4 euro kost. Wil je luxe en privilege ervaren? Dan boek je de extra ruime stoelen en neem je een fast lane.

Ook op het gebied van de afhandeling van baggage heeft technologische innovatie zijn intrede gedaan. Hoe lang staat u nog op uw baggade te wachten op Schiphol? Vaak ligt mijn koffer al in de baggegehal voor ik er ben. Tijdens een studietrip naar Hong Kong in het HK Design Centre vergevorderde experimenten met RFID tags. Door een koffer met deze tag te labelen zal de transfer beter verlopen en zal een koffer niet geboard worden als de passagier nog niet aan boord is. Het einde van ‘Mr. Laat flying to Madrid, you are delaying the flight. We will proceed to offload your luggage’ komt in zicht.

Hoe zit het met uw gemoedsrust als u op het punt staat te vertrekken naar zon, zee en zand en het vliegtuig loopt vertraging op? Niet door externe factoren als noodweer, maar doordat het boarden choatisch verloopt. Zo vloog ik laatst met Iberia, waarbij de passagiers massaal besloten hadden te veel handbaggage mee te nemen. Als gevolg hiervan was de baggageruimte bij 50% passagiers als gevuld. Mensen liep heen en weer door het ruim opzoek naar een gaatje, waardoor het instappen van de andere 50% gehinderd werd. Uiteraard had het probleem deels te maken met gebrek aan controle, wat eigenlijk wel sympathiek is, want de one piece only maatregel zorgt voor weinig vrienden. Een ander probleem was dat iedereen tegelijk ging boarden.

Men had de wachtruimte als een simulatie van het ruim kunnen bouwen, waarbij men dan snel per rij zou kunnen boarden. Dit vraagt echter óf om extra mankracht en dat is in strijd met low budget óf om een zelflerende massa die automatisch zo gaat zitten (maar die kans acht ik klein). Waar zou dan verandering in aangebracht kunnen worden? Vroeger, ja vroeger, stapte je gewoon in met behulp van een trap. Hierdoor konden beide deuren gebruikt worden, waardoor de doorstroom beter was. De slurf voorziet echter in gebruiksgemak voor minder valide en voor comfort. Waarom zit de slurf dan bij een deur vooraan? Kan een vliegtuig niet beter de zijdeuren aan beide kanten gebruiken voor boarden? Of nog futuristischer, kan het vliegtuig niet
horizontaal gesplit worden. De bovenkap wordt eraf gehaald, de simulatiezitplaatsen (inmiddels echte zitplaasten) worden met passagier en al geplaats en het dak klapt dicht. Dit biedt tevens voordelen mbt tot hygiene (het ruim is veel beter schoon te maken) en evacuatie (mensen hoeven niet naar 8 nooduitgangen, maar kunnen in geval van ramp er overal uit en mocht het vliegtuig te water gaan, dan zou je de bovenkant nog zo kunnen bouwen dat het afzonderlijk als boot dient). Deze deels architectonische en deels modulaire innovatie is een tikje irreël, maar fantasie en verbeelding kunnen de creativiteit voor innovatie stimuleren.

Meer in de nabije toekomst zie ik ruimte weggelegd voor business model innovatie. Een populaire aanbiedingsvorm is nu de unlimited hype waar je voor een vast bedrag per maand onbeperkt gebruik kunt maken (o.a. bij Pathe). Dit is fantastisch voor filmliefhebbers. Een nog veel meer voorkomende hobby/ interesse van mensen is reizen. Zou het niet geweldig zijn om onbeperkt te kunnen reizen? Ik zou met alle plezier een abonnement willen voor €60 per maand als ik daarvoor elke maand een andere Europese stad kan bezoeken. In januari strudel in Wenen, in februari naar de hot tubes van Budapest, in maart het eerste zonnetje in Alicante meepikken, in april genieten van de Praagse lente, in mei zalm eten in Oslo, in juni de witte nachten in Sint Petersburg, in juli biertje in Berlijn, in augustus flaneren over de boulevard d’aglais in Nice, in september vluchten voor de regen in Lissabon, in oktober naar de Parijse fashion week, in november naar de opera in Rome en de kerstmarkt in Londen in december. Klinkt waanzinnig! Het liedje liefs uit Londen is er niets bij. Echter, ik hoor de activisten al roepen: dit is niet milieuvriendelijk. Toevallig weet ik dat er verschillende vergevorderde experimenten plaatsvinden om vliegtuigen op biomassa en algen te laten vliegen. Deze natuurlijke brandstoffen nemen volgens mij al het bezwaar weg. Ik zou zeggen, kom maar op vliegsector: budget flights are getting boring. Ik zie al flytastic reclameleuzen en spotjes. Het mooiste kado in de wolken. Geef mij maar de Flywithmeto strippenkaart (voorkomen we ook gelijk dat dit woord niet uitsterft door de ov-chipkaart).

maandag 5 september 2011

Easy Wine Glass

Het is een heerlijke zaterdagmiddag. Het zonnetje straalt Zuid- Europees, lekker warm. Het stadspark is levendig en ligt vol met picknickende mensen. Een gezellig geroezemoes, afgewisseld met het getsjilp van vogels die hun wintertrek toch nog een dagje uitstellen. Onder mijn arm draag ik de weekbladen en krant. Geen betere plek om alle informatie tot mij te nemen.
Voorverpakt glas wijn. Nee, dank je. De intermediar heeft elke week een SWOT over een nieuw product. Vol vermaak lees ik dit artikel over de Easy Wine Glass om mijn voorgevoel te polsen. Hoe worden de sterkten, zwakten, bedreigingen en kansen beschreven.


S: Het blijkt dat de voorverpakte wijn in de categorie ‘allemansvriend’ valt en voor iedereen drinkbaar is. Toch maar overwegen en niet gelijk afkeuren?

W: De doelgroep locaties worden omgeschreven als: picknicks, festivals en onderweg (trein/ vliegtuig/ boot), waarbij de zwakte is dat je niet zit te wachten op het glasvoetje. De stabiliteit laat te wensen over. Hier valt natuurlijk eenvoudig een oplossing voor te verzinnen. Als je de wijn al op een nieuwe manier introduceert, waarom dan vasthouden aan het standaard serveertype? Maak een scherpe punt zodat het in de grond geprikt kan worden, en maak een flexibele knijper waarmee het aan voorwerpen vastgeklemt kan worden, waarbij het meebeweegt zodat er niets over de rand heen klotst.

Een motoragent verstoort met zijn ronkende motor de rust. Niet alleen omdat dit gebied voet- en fietsgangersgebied is, maar ook omdat hij de picknicks letterlijk te gronde richt. Het is geen festival terrein en daarmee is het genieten van een fruitige Merlot veboden. De flessen moeten voor zijn neus leeggeschonken worden, waardoor de klavertjes vier en grassprieten een kater te verwerken krijgen. Het rood-wit geblokte kleedje blijkt hebzuchtig te zijn en zuigt wat wijn op. Kennelijk moet er nog eens goed gekeken worden naar de haalbaarheid van de doelgroep picknicks.

O: De grote kans is dat het in plastic geschonken wordt en dat het daardoor geschikt is voor (buiten-) evenementen. Jammer eigenlijk dat er alleen uit één type rood, rosé of wit gekozen kan worden. Het zou juist ideaal zijn om op zo’n manier met andere soorten wijnen bekend te raken. Wellicht dat er steeds een reeks per land gemaakt kan worden. Dan kan het ook dienen om een land meer te promoten. Als start zou ik zeggen: een reeks Spaanse, Franse en Georgische wijnen. Een andere invalshoek is om het te koppelen aan De Smaak Van ... een beroemde kok, ondernemer of BN’er. Sluit goed aan bij het kopieergedrag uit programma’s als My Name Is.

T: ‘De bestaande fles en het bestaande glas bevallen vooralsnog prima.’ Een kritiek op de behoeftevraag. Het is slechts een aanvulling, het verandert bestaande functionaliteiten niet. Daarbij vind ik als believer in toosten, met als supperlatief de tamada, dat de glazen moeten klinken.
De hitte maakt me dorstig. Ik verlaat het park en loop de Witte de Withstraat in, op zoek naar een leeg tafeltje in de zon op het sfeervolle overvolle terras om een glas droge witte wijn te bestellen.

zondag 4 september 2011

Out of the polder II

Ondertussen wordt veel geschreven, gediscussieerd en geprojecteerd omtrent de Nederlandse berg/ diebergkomter. Hieronder een aantal links om op de hoogte te blijven van de meest recente ontwikkelingen:

- Diebergkomter
- Futuristische beelden
- De Nederlandse berg
- Opiniestuk in de Elsevier
- Achtergrondstuk in het AD

Laatst vroeg iemand mij: 'De berg in Nederland is vast een nieuw idee, maar is dat ook innovatie?'. Nu blijkt, o.a. ook uit de reactie op mijn eerdere blog en de talloze reacties op de stukken van hierboven, dat velen al met het idee kwamen, maar dat het vaak snel weer opzij werd geschoven. Nu wordt er volgehouden, er is doorzettingsvermogen en daadkracht gegenereerd om de koppen bij elkaar te steken. Of de berg een innovatie is, hangt af van de gekozen techniek/ proces. Wat me op dit moment erg aanspreekt, is de manier waarop de publieke opinie meegenomen wordt en hoe alle partijen uit de driehoek -overheid/ kennisinstellingen/ markt- meepraten. Op dit moment gaat het echt nog om een idee met potentie voor innovatie te ontwikkeling, waar stakeholders een geheel nieuwe beleving krijgen voorgeschoteld en op een nieuwe manier om kunnen gaan met problemen of uitdagingen door de unieke functionaliteiten voor landschappelijk Nederland. Dit brengt me op de reactie van een andere #diebergkomter volger: stel dat de berg er is, dan is Nederland (de lage landen) geen Nederland meer. We hebben dan een hoog Holland. Ik zou voortbouwend op Shakespeare zeggen: What's in a name? That which we call the Netherlands, by any other name would live as sweet.

Komende dinsdag heb ik een voorbereidende brainstormsessie over de invulling van de beursvloer voor de Werkgroep InnovatieVersnelling op de Innovatie-estafette. En wie schuift er aan ... Mr. de Nederlandse berg. Ik ben erg benieuwd wat daar uit zal komen.

donderdag 11 augustus 2011

Out of the polder

Nederland – polderland! Als een buitenlandse gast me vraagt; ‘waar is jullie natuur?’, dan pak ik de tandem en rijd ik mijn gast rond in Midden-Delfland. Langs de pittoreske dorpjes Ketel en Schipluiden, voorbij oude boerenhoeven, weilanden met wit, zwart en rood bont, tjilpende tuureluurs en kieviten, langs smalle sloten en over hoge dijken. Dat uitgestrekte zicht, die eindeloze wolkenpartijen, waarmee de Nederlandse schilders in de Gouden Eeuw zich zo goed konden onderscheiden en lof zaaiden. Dit schrijvende doet mij realiseren dat dit wijdse beeld wellicht een beetje vastgeroest is. Komt er niet aan alles een einde?

Ik heb het niet over de urbanisatie, nee, mijn fantasie werd geprikkeld door een artikel in De Pers.
Al zoevende voorbij Driebergen las ik in de trein een stuk over bergen in de polders: De Nederlandse berg is in aanbouw. Wat een heerlijke gedachten exercitie. Ik weet niet of het een megalomaan project is, maar ik kan me prima vinden in de beschreven voordelen van skiën, deltavliegen en mountainbiken. En mocht onze zeespiegel nu veel sneller stijgen dan verwacht, dan hebben wij geen Ark van Noah nodig, want de berg is al inzicht. Beginnen niet alle goede ideeën met het basisidee; als Mozes niet naar de berg komt, dan komt de berg wel naar Mozes...

Dit onderwerp zorgt ongetwijfeld voor een kostelijk dynamische discussie op de werkvloer. Ik ben nu al benieuwd naar de reacties van de experts op het gebied van zandsuppletie, (water)veiligheid en integrale gebiedsontwikkeling. Is dit niet de ‘meerlaagse veiligheid benadering’ ten top? Hoeveel directe tegenwerpingen zullen er wel niet geopperd worden; nee, dat kan niet, is te duur, brengt teveel risico met zich mee, Nederland is er te klein voor, het is niet logisch, het is niet reeël. Ofwel de klassieke dooddoeners van innovatie. (dit is een onderwerp voor een blog over de scheidslijn tussen haalbaarheid en idealistische utopieën; waar trek je de lijn?)

Volgens mij is het juist een teken van potentieel succes. Geef het idee een echte kans. Ik draag dit initatief dan ook een warm hart toe en help de gedachte graag verspreiden. Wie weet neem ik het nog eens op in een scenario.

maandag 1 augustus 2011

Het zwarte goedje

Twee koffers vol. Een ouder echtpaar staat voor de ingang van het hilton hotel te wachten tot de clerck de zware koffers in de achterbak heeft geladen. De taxichauffeur heeft een kartonnen beker, waar zijn naam Jack naast het Starbuckslogo staat. ' Mijn cab en ik begrijpen elkaar, zonder ons zwarte goedje zouden we niet vooruit komen. ' Jack kijkt misprijzend naar het doorzakken van de vering. De ongelijke belasting doet de motorkap enkele millimeters stijgen. De gebogen clerck komt langzaam overeind. Het leek er even op dat de ballast aan zijn armen zou blijven trekken en hij gekromd door het leven zou gaan. Het echtpaar kijkt ongeduldig van hun horloge naar de clerck. Eindelijk gooit hij met een klap de achterklap dicht, terwijl hij tegelijkertijd met zijn paars zijden zakdoek drie zweetdruppels van zijn voorhoofd dempt. Zou het niet veel handiger zijn als de bagage er van de zijkant ingeschoven kon worden, net als bij een bus? Dan ligt de auto gelijk een stuk hoger, waardoor het minder gevoelig is voor slecht wegdek en zal het, door een gelijkmatigere verdeling van het gewicht, ook minder benzine verbruiken. Jack aanschouwt de dromerige clerck en vraagt zich af of het wel terecht was dat hij voor een hogere pensioenleeftijd heeft gestemd. De clerck verplaatst zich richting de achterdeur en buigt ditmaal om de oude vrouw een hand toe te reiken. Gretig legt ze haar beige handschoen in zijn grote handpalm. Vroeger zou ze nonchalant slechts met haar vingertoppen gebruik maken van deze geste, maar nu heeft ze de tegendruk van de handpalm nodig om in te kunnen stappen. Haar man kijkt misprijzend naar de taxichauffeur. Het lijkt erop dat deze geheel alleen staat te genieten van de zon op zijn gezicht en de koffie in zijn hand. Eigenlijk zou het de heer Evergreen goed doen om ook wat van dat zwarte goedje te drinken, dan zou hij zich minder druk maken over alles om zich heen; de trage clerck, de nonchalante taxichauffeur en de voortsnellende tijd die toch echt tot haasten dwingt. De chique jaguar voldoet aan alle luxueuze voorzieningen, maar niet in deze. Het ligt toch zo voor de hand om in het dashboard een Nespresso automaat in te bouwen. De restwarmte van de motor kan worden ingezet om het water tot exact 82,2°C te verwarmen. Het middengedeelte tussen de voorstoelen kan worden omgebouwd tot flexibel plateau dat meebeweegt met de scherpte van de bocht, zodat de koffie niet over de rand gutst. Eigenlijk zou dit een onderdeel moeten zijn van de duurzaamheidsfilosofie, filosofeert de heer Evergreen. Tankstations zullen minder blij zijn met de reductie van koffieomzet, maar die moeten eenmaal toch van business model gaan veranderen nu duurzame energie steeds meer de toekomst wordt. Daarnaast zullen chauffeurs door de cafeïne alerter op de weg zijn; direct effect op een reductie van verkeersslachtoffers. Als auto's straks overgaan van het zwarte goedje naar elektriciteit, kan het mooi mee op het netwerk. Wat een idee! Mevrouw Evergreen trekt aan de jacket van haar haar man ' Lief, zo komen we zeker te laat. Stap toch in. Straks missen we onze verbinding.'

zondag 10 juli 2011

Intelligente tandpasta

Nederland is goed in kustverdediging. Na decennia ervaring heeft men het slepen met zand en het bouwen van versterkingen goed onder de knie. Het is zo te noemen een ouderwets vakgebied. Toch treed ook hier vernieuwing op. Men kijkt naar oplossingen als bouwen met de natuur, de kust natuurlijk te laten groeien door zandsuppletie.
Een mooi voorbeeldproject hiervan is de Zandmotor. Maar wat zal de toekomst nog meer brengen? Tijdens een interview over dit onderwerp vertelde een expert mij over intelligente zandkorrels. Deze zogenaamde intelligente zandkorrels zouden zich automatisch aanpassen qua vorm als het getij of de weersomstandigheden hier om vragen. Ze zetten uit, worden hard of zacht, doorlatend of afstotend. Al met al een wondermiddel uit de toekomst. De plek waar risico’s toenemen en kans op schade bestaat is uitermate interessant voor intelligente vormen.

Wat, meer in de persoonlijke sfeer, loopt ook altijd risico op beschadiging? Zo kwam mijn gedachtegang uit bij onze eigen kustbescherming; het menselijk gebit. Het voorportaal voor onze energie. Ons gebit is erg belangrijk. Het zegt zoveel over de levenssituatie van een persoon. Kijk naar de Amerikaanse glimlach. Waarom verlangen mensen hier zo naar? Omdat het succes uitstraalt. Daarnaast is het gebit zelfs ons enige echt goede identificatiebron. Kortom, kosten wat kost, het gebit moet beschermd worden. Een tandenborstel die aangeeft of je wel twee minuten gepoetst hebt, is dan gewoon niet genoeg.

Is het niet raar dat we voor ons kostbare gebit niet een goede totaaloplossing hebben. Als je het toiletkastje optrekt staat daar een batterij aan beschermingstools naast elkaar: tandpasta (in alle ondenkbare smaken), tandenborstel (elektrisch of handmatig), mondwater (in de meest gifkleurige samenstelling), raggers / flos of tandenstokers. En dan is dit overzicht nog niet eens compleet. Waarom hebben we al die poespas, waarom is het zo moeilijk? Dit roept om innovatie! Wie bedenkt de intelligente tandpasta, die zich zo vormt dat cariës, mondstank en ander tandverderf nu echt nooit meer een kans krijgen.

woensdag 6 juli 2011

De urinereactor

Ter voorbereiding op de innovatie-estafette van 4 oktober reis ik het land af op zoek naar informatie over doorbraakprojecten en workshops. Ik spreek met de water-innovatoren van dit land. Dit geeft inspiratie, o.a. tot scenario’s waarin de beoogde innovatie al tot gemeengoed geworden is. Lees hier de sketch over een toekomstbeeld voor waterzuivering en afvalverwerking geïnspireerd door de ketenbenadering en het C2C gedachtegoed.

“Astrid loopt met haar mobiel langs de uploadknop van het toilet. Draadloos laadt deze zich direct op. De uploadknop kleurt rood. Dit betekent dat de bodem van de urineopslag is bereikt. Het is anno 2035 en urine wordt gezien als een kostbare grondstof. De term afvalstof is verdwenen uit onze terminologie. Alles heeft een functie en kan gecombineerd worden. De meerwaarde komt uit de functiecombinatie. Urine wordt apart opvangen in zogenaamde reactoren, die de substantie omzetten in enerzijds energie en anderzijds kostbare bouwstoffen.

Loes komt binnen en ziet dat de uploadknop ondertussen rood knippert. Ze had erop gerekend en gaat direct het kleine kamertje in. Het is nog altijd wennen voor haar. Als kind had ze de gewoonte aangeleerd om door te spoelen en gelijk de handen te wassen. Nu heb je een urinedoelstelling per dag en gebruik je speciale gel voor reiniging, waarvoor je eigen urine gedestilleerd, geëxtraheerd en gecombineerd als bouwstof dient. Water is een schaars goed en wordt niet meer ingezet voor hygiëne. Nu heb je daar nieuwe technologieën voor; van de gels, die vroeger alleen gebruikt werden voor lange reizen zonder water naar antibacteriële infrarode stralen uit de douchekop. Als je erover nadenkt, is het ook wel logisch. Mensen hebben zich sinds mensenheugenis al met water gewassen, zijn daar geen efficiëntere, slimmere en betere vormen voor? Nu dus wel.

Loes komt de kamer binnen en ziet dat Astrid over haar Ipad gebogen zit. Ze raakt het scherm aan en de kamer wordt gevuld met verschillende voorwerpen. ‘Mam, je bent zo ouderwets. Is het niet tijd voor een nieuwe urinereactor. Het duurde net 3 minuten voor mijn mobiel was opgeladen. Wat vind je van deze aquamarijnkleurige?’
De urinereactoren zijn te vinden in de hipste modellen. Elk beroemd designerhuis heeft er een eigen versie van laten maken. Het gipsmodel stond zelfs weken op het hoofdpodium in het museum van de nationale innovatie. Urine wordt gezien als essentieel brandstofmiddel voor de maatschappij. Op jaarbasis kan een man ca. 25.000 km afleggen op basis van eigen productie. Sommigen zijn niet alleen zelfvoorzienend, maar houden een complete logistieke keten aan de praat. Plassen is daarmee een maatschappelijk goed en heeft in de kapsalons het mooi weer onderwerp verdreven. Loes knikt. Ze moest maar eens meegaan met haar tijd.”

Voor meer info, zie: meer doen met urine

zondag 3 juli 2011

Onderweg

Vrijdagochtend 8 uur en 35 minuten rij ik in een overvolle bus 11, vol met ambtenaren van de provincie, verzekeraars van ASR en studenten op weg naar hun laatste tentamen van dit studiejaar, langs de Utrechtse Schouwburg. Zoals gebruikelijk staat het stoplicht op rood en heb ik meer dan genoeg tijd om de toneel- en musicalaffiches te lezen. Mijn aandacht wordt echter getrokken door een meisje van achttien negentien, links van de affiches. Ze heeft een paars leren jack, een spijkerrok, zwarte legging en staat blootsvoets in het gazon. Haar haar is kletsnet. Ze heeft zojuist een geklede douche genomen onder de fontein. Het zonnetje moet nog ontwaken of heeft geen zin om vol te stralen. De temperatuur is aangenaam, indien gehuld in jacketje, sjaal en spijkerbroek. Het meisje vindt dat ze nog niet schoon genoeg, nat genoeg of gek genoeg is en werpt zich opnieuw tussen de waterstralen. Haar bewegingen hebben meer weg van een schoonpoetsbeweging dan van een dans. Dus waarom voor de schouwburg dit spektakel opvoeren? Wat zou het verhaal hierachter zijn? Een heftige donderdagavond studentenstapavond? De bus is ondertussen bij halte Rijnsweerd Noord en alle ambtenaren en verzekeraars wurmen zich door de mensenmassa naar buiten. Eindelijk wat lucht, ik was toch bijna onder een fontein gesprongen.

woensdag 29 juni 2011

Worksnug

Het mobiele leven vereist een aangepaste omgeving. We zijn continu onderweg; van afspraak naar afspraak, van date naar kantoor, van break naar deadline. Dit betekent dat de laptop net zo veel uren als jij maakt en net zoveel kilometers aflegt. Alleen eet en snoep jij tussendoor en heeft de laptop het soms erg zwaar om in verbinding te zijn met het wereldwijdeweb. Uiteraard zijn er technieken als de dongel, maar is het niet raar dat hier een business model voor is terwijl er overal om ons heen wifi-netwerken zijn? Precies dit probeert worksnug kenbaar te maken. De augemented reality app laat zien waar er in de omgeving locaties zijn met free wifi. Daarnaast maakt het ook kenbaar of de koffie er(g) goed is, hoe lawaaiig het is en of er voldoende stopcontacten voor de laptops zijn. In het kader van CO3, Rotterdam wifi hotspot, willen we deze applicatie promoten. Is het niet geweldig als we straks overal binnen kunnen stappen en kunnen overschakelen op het wifinetwerk. En wie weet, levert het buiten de deur werken ook meer creativiteit op. Daarom de oproep: help mee met het vullen van worksnug voor Rotterdam, Delft, Den Haag, waar je ook woont. Doorbreek de geïsoleerdheid en laten we het voor elkaar makkelijk maken om naar buiten te gaan met de laptop, ipad en androids.

Ga naar http://www.worksnug.com en sluit je aan!

zondag 12 juni 2011

Sint Petersburg

Op dit moment ben ik in Sint Petersburg. Hier laat ik mij zoals gebruikelijk inspireren door de alledaagse gang van zaken en de wonderbaarlijke Russische ziel. De komende tijd hou ik dan ook intensief mijn blogs bij via www.sintpetersburg.blogspot.com
Ook hier zullen inventieve elementen naar voren komen over geld verzamelen en zonnebaden. Maar eerst het verhaal van Igor.
Veel lees plezier en vanaf 21 juni blog ik hier weer verder.

zondag 5 juni 2011

Meten (is weten)

Een warme broeierige zondagavond. De metropool Rotterdam maakt zich gereed om in slaap te sukkelen. Uit de restaurants vertrekken verzadigd de laatste gasten. Het afscheid is moeilijk en er wordt nog een discussie aangegaan.

Vier opgedirkte vrouwen lopen synchroon richting Eendrachtsplein.
‘Echt waar, 73, zou je niet zeggen hé’, kakelt vrouw 1
‘Nee, ik dacht toch echt 70 of 71’, antwoord vrouw 2 hoofdschuddend
Merkwaardig, meestal en vooral op die leeftijd, wil je juist jonger geschat worden.
‘Ja, het is toch echt 73.’
‘Dat kan wel kloppen, ik ben 74 -75.’
‘O’, kijkt de tweede vrouw naar de vierde op.
‘Het is in elk geval boven de 70. Een mooi getal, niet dames’, sluit vrouw 3 sussend af.

Opmerkelijk hoe vaak lengte een onderwerp van gesprek is. Ik ben er zelf ook door gefascineerd en corrigeer iemand dan ook driftig als mij een aantal centimeters miskend worden. Mogelijkerwijs ook logisch. Van kinds af aan, bepaalt je lengte je kledingmaat. Mag je pas bij een bepaalde lengte in de achtbaan en leer je rekenen met centimeter, decimeter en meter. Groei je op met de grap Hoe Lang is een Chinees en vraagt elke oom, terwijl hij je haar door de war schudt, en hoe lang ben je nu al? In een latere fase, groeien lengte en afstand steeds meer naar elkaar toe. Een paar centimeters van de stoep parkeren, een scriptie bladspiegel van 2,5 cm aan beide zijde, hen kabels. En ik kan gerust nog vele alinea’s doorgaan.

Wat ik mij afvraag, als lengte zo centraal staat in ons bestaan, waarom zijn we dan in alledaags gebruik vaak tevreden met een benadering. Willen we er liever over blijven discussiëren en niet weggezet worden als een pietje precies door een meetlat te voorschijn te halen? Weten is meten, maar liever vergeten we het meten. Kan ieder er zijn eigen interpretatie op na houden. Misschien is het in de huidige vaart der volkeren tijd om de moderne technologie te integreren in populaire gadgets. Laat de telefoon maar een app hebben, die met laser direct de afstand meet.

zondag 29 mei 2011

CO3 van start

Donderdag 19 mei was het zover; de eerste CO3 bijeenkomst in de kamer van wethouder Louwes. Acht onbekenden namen plaats achter de vierkante tafel, die gedekt was voor een waar diner. Ieder was gewapend met de wetenschap wat CO3 op papier wil nastreven, een smoelenboek met deelnemers en twee thema’s; open office en closed city, waar de inhoud nog aan ontbrak. Het verbindende woord was het alomvattende innovatie.

Allereerst was er de gebruikelijke kennismakingsronde, waar verschillende sectoren, functies, verwachtingen en interesses uit naar voren kwamen. De aanwezige believers en boegbeelden werden aan elkaar gekoppeld en hadden de mogelijkheid om nog iets dieper in te gaan op elkaars interesses en verbondenheid met de regio Rotterdam. Onder het genot van een drankje werd de algemene discussie al snel richting de attractieve stad gedirigeerd.

Een mooi aanknopingspunt om het eerste thema te introduceren; open office. Waarom zouden er niet meer flexplekken bij bedrijven zijn voor hun klanten? Hoe kunnen we van de stad een wifi omgeving maken? Hoe zorgen we ervoor dat mensen kunnen werken op tijden die hun uitkomen, los van het on-metropolische 9 tot 5. Met een rekensom presenteerde hij het potentieel voor dergelijke faciliteiten in het kader van gewonnen effectieve arbeidstijd op reistijd: voor de stad Rotterdam kwam deze grove berekening al snel aan op €800 miljoen. En dan is het potentieel van horeca ondernemers, die een business case maken rondom wifi en werkruimtes in de ochtenduren, nog niet eens meegerekend! Stel je voor: Dudok is van 9-12 een werkplak met heerlijke koffie. Elke kop koffie; een uur onbeperkt internet. Of misschien het overwerkkantoor: gezellig overwerken schept een band? Als eerste stap in het doen, is de handige app worksnug omarmen.

Een ander punt dat ter sprake kwam waren de overvolle parkeerplaatsen bij keten van der Valk. Hieruit blijkt dat het vaak gezien wordt als een ideale plek voor onderweg, tussen twee afspraken door. Nu gebruikt men er vaak een dongel, maar waarom wordt daar geen wifi gefaciliteerd? Waarom zou het niet een ontmoetingsfaciliteit kunnen hebben a la Seats to Meet voor de autoreiziger?

Rotterdam wil een bruisende metropool zijn, maar sterft ’s avonds uit; closed- city. Wat mist het als stad? Hoe kan er geleerd worden van concurrenten als Amsterdam (kleinschalig) en New York (grootschalig). Rotterdam zit in het midden en valt er nu buiten. Hoe belangrijk is het om districten met een sterke identiteit te hebben; de Jordaan, Oud Zuid, SOHO, Tribeca… en what about ontbijtcultuur in een 24/7 economy? Hier valt nog een hoop over te denken.

Gehoorde quotes op de avond:
‘Vertrouwen komt te voet, maar vertrekt te paard.’
‘De dagen dat de RET staakt, is het gezellig op straat. Rotterdam is te goed ontsloten met het OV, waardoor men in vergelijking met Amsterdam maar weinig in de stad loopt en fietst.’

zondag 15 mei 2011

De lezers-experience

Het binnenlopen van de Donner is voor mij elke keer weer een risico. Een risico voor mijn portemonnee, maar vooral voor mijn overvolle boekenkast. Met liefde glijden mijn ogen over de ruggen met titels. Vol affectie sla ik de kaft om en snelle mijn ogen naar een andere wereld. Los van de werkelijkheid. Vrij van zorgen.

De ontwikkelingen van Ereaders en Ipads maken mij onzeker. Ben ik conservatief omdat ik van boeken hou? Ik hou van de stugheid van het papier, van de kreukels die de pagina’s tijdens het lezen opdoet, van het gewicht op mijn schoot, van de aantekeningen die ik in de kantlijn kan maken voor ‘later’, van het geluid van achteruitbladeren en soms stiekem vooruit bladeren. Wat is de toekomt van het boek en het lezen?

Alles komt steeds meer samen. We live in the ‘connected’ world. Slechts 7 stappen ben je verwijderd van elk willekeurig persoon (lees hierover The Tipping Point van Malcom Gladwell). Maar ook producten raken steeds meer verbonden. Hieronder mijn visie op het toekomstige lezen:
Je slaat een boek open op de eerste pagina en duwt met je vingertoppen de kaft van het papier om het boek goed te openen. De warmte van je hand activeert de geïntegreerde sensoren, die direct contact zoeken met je pupil. Zo monitoren ze je focus, locatie op papier en leessnelheid. Je begint te lezen:

“Alvast een rood wijntje?”, klinkt het lief door de oordopjes van mijn telefoon. De zoete woorden stromen door mijn gehoorgang en komen steeds dichter bij mijn hersenen. Ze maken me week en wankel. Dronken van geluk, omdat ik zo bof. Al deze gevoelens onderdrukkend, want de liefde is een spel, antwoord ik kalm: “Ja, lekker. Ik ben er over 10 minuten.”

Er doemt, als een fata morgana, een straatbeeld op. Een hologram vormt de omgeving uit het boek om jou als lezer heen. Jij bent real-time in het boek. We lezen een aantal alinea’s verder:

De handen strijken door het haar met de illusie dat het zo beter komt te zitten. De deur zwaait open en de linkerstiletto stapt ferm over de drempel. De rechterstiletto aarzelt licht. Ga ik hier mee door? Is dit niet een stap te ver?

Je ogen lezen het woord ver en de ruimte wordt gevuld met het lied ‘the look of love’. Een deur slaat open en een nieuwe hologram van een knus café verschijnt. Als het gelezen gebaseerd is op het werkelijke leven, dan is de volgende stap dat je dit café zou kan toevoegen aan je favorieten. Als je in de desbetreffende stad loopt, geeft je telefoon (it’s all connected) een pop-up; u loopt nu voorbij het café uit het verhaal Harstocht, dat u gelezen heeft op 15 mei 2011. En wie weet, ooit, zou je je er gelijk naartoe kunnen teletransporteren en lees je verder op de echte locatie.

Kortom, film, muziek, locatie en boek worden geïntegreerd en vormen de nieuwe lezers-experience. Want draait het in service-innovation niet allemaal om ‘the experience’?[(neem het beroemde Starbucks voorbeeld].

Uiteraard ben ik niet de enige die hier over fantaseert. Ter inspiratie het volgende filmpje gepitched op TED. Ik presenteer u Mike Matas met A next-generation digital.

Ps, zou het niet fantastisch zijn als de windmolens in Mike’s Matas filmpje op zo’n manier ook energie zouden opleveren? Het kan dan ook als therapeutisch instrument voor kinderen gebuikt worden, die blaasoefening moeten doen en gelijk hun ipad zo weer opladen.

(Het volledige verhaal is hartstocht; een verhaal uit 2009 en is in de blog hieronder geplaatst)

Hartstocht

“Alvast een rood wijntje?”, klinkt het lief door de oordopjes van mijn telefoon. De zoete woorden stromen door mijn gehoorgang en komen steeds dichter bij mijn hersenen. Ze maken me week en wankel. Dronken van geluk, omdat ik zo bof. Al deze gevoelens onderdrukkend, want de liefde is een spel, antwoord ik kalm: “Ja, lekker. Ik ben er over 10 minuten.”

Ik ga nog wat beter op mijn zadel zitten en trap stevig door. Er wacht een knappe man op mij in Europa’s beste kroeg, waar de gezelligheid me tegemoet zal springen. Er wacht een glimlach, die al het ijs doet smelten. Er wachten warme stevige lippen waar ik mijn koude mond tegen kan drukken. Met het tempo van de pedalen gaat mijn hart sneller kloppen.

De tien minuten duren een eeuwigheid. Nog drie bochten, twee stoplichten en dan is daar eindelijk het laatste zebrapad. De fiets wordt haastig de steeg in gegooid. Met een grisbeweging wordt het sleuteltje uit het slot geplukt. De handen strijken door het haar met de illusie dat het zo beter komt te zitten. De deur zwaait open en de linkerstiletto stapt ferm over de drempel. De rechterstiletto aarzelt licht. Ga ik hier mee door? Is dit niet een stap te ver?

Mijn ogen nemen vluchtig de omgeving op. De spiegel aan de achterwand toont het middelste tafeltje waar karmijnkleurige druivennectar schittert. Erachter een hartelijk uitnodigende glimlach. Een knik en een lonk die de kunst van het verleiden tot in de perfectie beheersen. Mijn ogen zoeken contact. Het is goed. Sterker nog, het is geweldig. De rechterstiletto komt in beweging en zoals gewoonlijk stappen ze in harmonie doelgericht dit nieuwe avontuur in.

Vanaf nu schittert de aarzeling door afwezigheid. De ontmoeting verloopt alsof het door een regisseur in een romantische film in scène is gezet. De twee hoofdpersonages naderen en sluiten langzaam hun ogen. De lippen beroeren elkaar en tongen verstrengelen. Grote mannelijke handen brengen het lange donkere haar in verwarring. Langzaam openen kobaltblauwe ogen waar geleidelijk een attente blik zijn aandacht op vestigt. “Hoi schoonheid”, zegt hij. In één oogopslag is het duidelijk, we hebben elkaar gevonden.

donderdag 5 mei 2011

De toekomstige bouwsteen

-Ode aan mijn eigen Gryb-


Zo'n veertig kilometer buiten Sint Petersburg en zo'n vijftien jaar geleden, maakte ik voor het eerst kennis met Gryb. In de schaduw van een berkenboom midden in de tuin van de dacha dronk ik een glas limonade. Mijn bet-tante vroeg me of ik het lekker vond, waarop ik ja knikte. ' Kom dan maar even mee naar binnen, ik moet je wat laten zien.' Met spanning liep ik het houten huis achter de kleine oude vrouw in. Op de koelkast stond een weckpot met daarin een okerbruine vloeistof. Aan de bovenkant zweefde iets; het leek op een kwal. ' Dat goedje in de pot, dat is je limonade. En dit hierboven, dit is de Gryb.' Gryb, ookwel paddestoel in het Russisch, omdat het geen kwal maar schimmel is. Ik vond het prachtig en werd getuige van een rituele slachting. De Gryb werd voor mijn neus gehalveerd. De ene helft ging terug in de weckpot, de andere kreeg ik mee. In een augurkenpot gevuld met een beetje van die limonade en aangelengd met thee en suiker.

Zo gebeurde het dat er bij ons in huis steeds altijd een potje met 'limonade' staat. Het huis van Gryb en onze eigen sportdrankfabrikant. Standaard prik na het rennen was een mok gryb. Een tijd lang geloofde mijn vader en ik er dan ook in dat we stiekem in het bezit waren van een levenselixer. Op een gegeven moment kwamen er zelfs drankjes als Carpe Diem op de markt, die in smaak erg veel gelijkenis vertoonde en helende eigenschappen zouden hebben. Helaas, bleek onze prognose niet waar. Gryb is bijzonder, maar niet zo. Tot ik vandaag op TED een filmpje zag over grow your own clothes.

Ongelooflijk dat iemand op het idee is gekomen om Gryb op zo'n schaal toe te passen. Het is een ware grondstof, een bouwsteen voor de toekomst. Kijk zelf naar wat er mogelijk is met Gryb. Het einde van Gryb is nog niet inzicht en een plek in mijn keuken voor altijd gegarandeerd.

dinsdag 26 april 2011

Where good ideas come from

Laatst kwam mij het volgende youtube-filmpje onder ogen; Steven Johson- where good ideas come from. Een echte aanrader. Het filmpje vertelt de inhoud van het boek, maar door de visuele benadering laat het een blijvende indruk achter. Er zou veel meer op een sterk visuele manier verteld moeten worden om de boodschap over te brengen. Waar heeft iemand meer aan? Een rapport van 104 pagina’s of de samenvatting. Zou het daar bovenop niet een service zijn als de samenvatting ook nog eens duidelijk verbeeld wordt met verbindingen tussen de verschillende relaties en kernwoorden in een oogopslag. Deze techniek is veel meer dan een tabel of figuur; het is een waar kunstwerkje.

Dan de vraag – where good ideas come from? Verschillende omgevingen, plekken, situaties en netwerken komen aan bod, maar de huis-, tuin- en keukenomgeving wordt buiten beschouwing gelaten. Zonde. Mijn meeste ideeën ontstaan namelijk in deze omgeving, uit de behoefte aan kleine en minder kleine verbeteringen om het leefgenot nog net iets te vergroten. Neem bijvoorbeeld; een ventilator met timer, een mes met een haakje opdat het mes niet van het borg af glijdt, een pan met een automatische zeef om het water afgieten te vereenvoudigen, een sensor op de plantenbak die aangeeft wanneer de bodem niet de juiste vochtigheid heeft, een meedenkend kookboek die aan de hand van producten in huis een maaltijd suggereert. Zomaar een paar ideeën uit de huis-, tuin- en keukenomgeving. De meeste van net genoemde voorwerpen bestaan al. Net als de beschuit met inkeping; heerlijk eenvoudig doch fantastisch. Maar ooit zal ook mijn eureka in het dagelijks gebruik ontstaan. ‘Zeg, waarom doen we het eigenlijk niet zo?’

zaterdag 2 april 2011

De Ipad+

Technische gadgets worden steeds meer een lifestyle. De Ipad heeft de image van snel, modern en werelds. Het is voor vrije mensen die met het hoogste gebruiksgenot continu in contact willen staan met de omgeving. Het is design, hip en vooruitstrevend. Maar is de Ipad ook echt fashionable? Te groot voor de borstzak en of het schoudertasje bij de cocktaildress.

De ene verandering zwengelt de andere aan. Een succesvolle innovatie zet de markt in beweging en vraagt om complementaire goederen. Een platform om op te bouwen. Daarbij wordt vaak gedacht in dezelfde sector, maar misschien lopen we straks allemaal wel rond met borst- en broekzakken van 25 x 19cm. Alleen blijft de Ipad inflexibel. Zou het niet ideaal zijn als de Ipad buigzaam is, zodat je hem om je pols kan klappen? In een handomdraai verandert de Ipad+ met één trek in een informatiebron, met één klap om de pols in een armband. En vindt je de kleuren wit of zwart te monotoon of niet passend bij de outfit? Dan kan de Ipad+ natuurlijk worden geüpgrade met juwelen of kameleonplastic dat afhankelijk van de omgeving van kleur verandert. Een groot voordeel, je voelt hem zitten; ‘vergeten’ en diefstal hebben geen kans. Is dit toekomstmuziek of wordt dit de Ipad 3?

donderdag 17 maart 2011

De transparante schoenendoos

Dit idee is eenvoudig, zo toepasbaar en misschien wel duurzamer dan de traditionele variant. Vervang de kartonnen schoenendoos door een transparante schoenendoos. Het grote voordeel: je ziet welke schoen er in de doos zit en ze blijven stof vrij. Mocht je kast vol staan met schoenendozen, dan is het toch ideaal om te zien welke schoen er ook alweer inzat? Wat de precieze kleur is? Hoe die er precies uitzag. Een compleet overzicht in een oogopslag.

Niet iedereen bewaart zijn schoenen in een schoenendoos, maar deze transparante variant kan ook gebruikt worden voor het opslaan van snuisterijen, bijouterie en paparassen. En mocht u niets te hoeven opslaan, dan brengt u hem terug naar de winkel. De transparante schoenendoos is namelijk recyclebaar en zorgt voor minder kartongebruik. Het materiaal; bioplastics –de toekomst van verpakkingsmateriaal. Nu alleen nog een businesscase en exploitant – hello Billy gevuld met transparante schoenendozen.

zondag 13 maart 2011

Het CIM-model

Tijd voor een stukje theorie. De vorige blog ging over het onderdeel vooruitzien, deze blog kijkt naar het onderdeel regeren uit het boek ‘vooruitzien is regeren’ van Berkhout & De Ridder. Meer specifiek; naar de synergie tussen wetenschap, techniek en maatschappij, het Cyclisch Innovatie Model (CIM) en leiderschap.

Volgens de schrijvers is innovatiesucces ‘het gevolg van de juiste interactie met gebruikers, toeleveranciers en wetenschappers.’Op deze gedachte is het CIM model gebaseerd.
Centraal hierin staat symbiose en het weghalen van barrières door interacties te faciliteren. Dit komt omdat men steeds meer is aangewezen op en afhankelijk van het netwerk waarin men zich beweegt. De definitie van CIM is als volgt; ‘Dit model gaat ervan uit dat de sleutel tot een succesvolle structuur voor good governance ligt in het onderkennen van cyclische interactie waarin multidisciplinaire (veelkleurige) kringlopen een centrale rol spelen’. CIM draait om de symbiose tussen maatschappij, wetenschap en techniek, waarbij er tussen de werelden feedback en feedforward plaats vindt. Het gaat om het samenbrengen van harde en zachte aspecten, waarbij er gezocht wordt naar een sterkte koppeling met maatschappelijke doelen. Hard en zacht wordt gespecificeerd als inzichten in de veranderende fysische, chemische en biologische eigenschappen van de wereld om ons heen versus inzichten in de veranderende sociale, economische en culturele eigenschappen.

CIM kan gezien worden als een valorisatiecirkel waarin voortdurend waarde gecreëerd moet worden door wisselwerking en ondernemerschap. Deze elementen zijn nodig om dynamiek aan te brengen. De innovatiegoeroe C.K. Prahalad legt de link naar de steeds sterker wordende ‘diensteninnovatie’, waar het gaat om de ‘experience environments’ (denk aan koffie bij Starbucks en goedkoop vliegen bij Easyjet). Volgens hem zal er een paradigma verschuiving optreden wat betreft de centrale thema’s van concurrentie; van ‘cost, quality, speed and modularity’ naar ‘granularity, extensibility, linkage and evolvability’.

Aangezien CIM een cyclisch model is, ambieert het een dynamische omgeving te creëren waarin ‘wetenschappelijk onderzoek is gekoppeld aan zelfscheppende bedrijvigheid, technologische vooruitgang aan maatschappelijke doelstellingen en private investeringen aan publieke belangen.’ Alsof de engelenpoorten opengaan en hemels trompetgeschal op aarde neerdaalt; een model waarin het ideaal verkondigd wordt. Op dit moment heb ik nog geen (bewuste) ervaring met actief gebruik van CIM, maar het klinkt mij meer als een ideologie in de oren. Of ben ik nu te sceptisch?

Daarnaast is er in een innovatieve onderneming leiderschap nodig dat vanuit de zekerheden van een eigen toekomstbeeld met de onzekerheden van het daarbij veranderende pad kan omgaan. Door onzekerheden ontstaan nieuwe kansen voor innovatie, waarbij innovatie en verassingen nauw met elkaar verbonden zijn. Voor dit leiderschap zijn er een aantal (rand) voorwaarden noodzakelijk, die gebaseerd zijn op visie, daadkracht en aanpak. Het gaat om een afstemming van interne ambities, innovatieprojecten en externe veranderingen/ ontwikkelingen.

Gesproken over ontwikkelingen, ook het verschijnsel ‘memes’ komt op het eind ter spraken, een verdubbelingseenheid. Aan de hand hiervan wordt succes gespecificeerd: in de netwerk maatschappij zal innovatiesucces worden afgemeten aan het aantal informatie verwerkende en dragende eenheden dat ermee besmet is. Op deze manier is de cyclus van het innovatiesucces ook weer rond.

dinsdag 8 maart 2011

De toekomst is al begonnen

De afgelopen tweehonderd jaar heeft de mensheid vijf technologische revoluties doorstaan, te weten; de ‘industriele’ revolutie, het tijdperk van de stoommachine en spoorwegen, het tijdperk van staal, elektriciteit en zware machinebouw, het tijdperk van olie, auto’s en massaproductie en het tijdperk van informatie en telecommunicatie. Op dit moment staan we op de vooravond van een transitie. Langzaam maar zeker glijden we het tijdperk van de genetica, nanotechnologie en robotica in. Zo hoorde ik gisteren in het nieuws over de mensrobot geminoid DK, die menselijke gelaatsuitdrukkingen kan nadoen en waarbij het lijkt alsof het ademt. Tot voor kort science fiction in films als Surogates en Minority Report. Of het bericht over een nieuwe test voor het downsyndroom met bijna 100% zekerheid, het zal niet lang meer duren voordat er medicijnen op de markt komen die met behulp van het eigen genetisch profiel zijn aangepast op de persoonlijke gezondheidssituatie. De wet van Moore doet ons voorbereiden op een exponentiële groei in trends. John Smarts (futurist) verwacht dat we in 2020 in de symbiotische tijd zullen leven, waar samenwerking voorop staat en er voortdurend gezocht wordt naar betere aansluiting van mens en natuur op het product. Rond 2050 zal het transhumane tijdperk zich voordoen.

Ook in ons informatie en telecommunicatietijdperk gaan we een binnenkort een barrière verbreken, aldus de verwachting van futuroloog Ray Kurzweil. ‘Interessant om te vermelden dat het menselijk brein op het niveau van 1016 schakelingen per seconde functioneert.’ Naar verwachting wordt deze capaciteit in 2013 door computers bereikt, zodat er in 2020 overal smart robots opereren. Dit betekent dat we van een homo sapiens naar een cyber sapiens aan het evalueren zijn. Een wereld waar digitaal en moleculair in elkaar overloopt. De tijd zal ons leren, maar het voelt alsof de toekomst begonnen is.

*Deze blog is geïnspireerd op het boek Vooruitzien is regeren; leiderschap in innovatie van Guus Berkhout & Wim de Ridder. Citaten en achtergrondinformatie komen uit dit boek.

zondag 27 februari 2011

The GM Collector

The experience of having your own exhibition. Get into the skin of the curator. That’s what the Groninger museum started to sell in addition to bringing art and accommodating cinema, performance-art and folklore music. Since the December the 18th the museum reopened its doors and welcomed art lovers to visit ‘the unknown Russia.’ A travel through oriental paintings dated 1850-1920.

At the entrance, visitors receive a GM collector key ring. Modest and small. The key to your own customized exhibition. Numerous paintings are connected with a detector. If an art work pleases you, you just have to pass it with the GM collector to add the work to your personal log. Afterwards, at home, you can scroll through your own highlights and read background material. Additionally you can add comments, which can be shared with other admirers. All different comments on a painting are collected in a tag cloud, which provides data for analyzing emotions and perceptions.


I would like to call the GM collector a fabulous innovation. It is a typical example of service innovation by providing a brand new experience. At the same time, it makes clever use of known technology in a new (niche) sector. It appears that the technique is known from the flower trade. Furthermore, it adheres to the trend of mass-customization. Exposed to the same, but aggregation of an own unique representation.

If the GM collector could become a standard for all museums, my desire to start my own art gallery becomes more (virtual) reality.

maandag 14 februari 2011

Treinen ofwel Train(ing)

Multifunctioneel. Slim combineren. Automatisch multitasken. Deze begrippen komen bij mij op als ik mijn medepassagiers bekijk. Ze eten, snoepen, geeuwen, lezen, schrijven, internetten, bellen, kletsen bij met bekenden, met onbekenden, luisteren mee met de conversaties, luisteren naar muziek en dromen. Allemaal al rijdend in de trein.

Natuurlijk licht schijnt naar binnen. Elektrisch licht verscherpt de contouren. Een natuurlijk ritmisch geluid van wielen over het spoor. Regen klettert tegen de ramen. Tegenwind loeit. Bankstellen zijn violet, wanden zalmkleurig. Violet wordt gezien als de kleur voor creativiteit.

Sommige personen hebben zo’n mooi sprekend gezicht, dat ik hen zou willen vragen: ‘wat heeft u allemaal meegemaakt.’ Alleen zou dit buiten de trein etiquette vallen. Laat staan het creatief inzetten van al deze mensen in dezelfde ruimte. Hier zou toch een kans moeten liggen. In cafés of op kantoren kom je tegenwoordig treincoupes tegen, waarom dan niet de treincoupe zelf als creatieve ruimte benutten? Het voldoet al aan de eisen van kleur, geluid en licht. Er worden mensen willekeurig, met verschillende invalshoeken bij elkaar gebracht. Ideaal voor brainstormsessies of onderzoeken. En wat dacht u van training? Dat is pas multitasken in de trein. Al voortsnellend door het Hollands laagland komen er meer en meer ideeën naar boven. De trein past binnen het nieuwe werken. Alleen, vraag ik mij af, waarom kan ik mij dan zo slecht op mijn werk concentreren?

zaterdag 5 februari 2011

Snel lezen

Ogen zijn leidend. Ze rennen van links naar rechts over het papier. Haast in een moordend tempo. Onthouden komt later, het gaat nu om versnellen. Tot het punt dat er nog net voldoende begrip is.

Ik ben bewapend met twee boeken om me de kunst van snel lezen eigen te maken. Het boek Generatie Einstein van Boschma & Groen en Managing Innovation van Tidd &Bessant. Leesboek en studieboek worden continu afgewisseld. Tussendoor wordt er steeds een nieuwe techniek toegevoegd. Met het potlood horizontaal de regels volgen tot het eind, tot 3/4. Verticaal in het midden. Het in je hoofd voorlezen tegen gaan door andere gedachtes op te roepen, of beter nog: klassieke muziek. De cadans hiervan zit onder het hartritme en helpt de golvende beweging tussen de linker en rechter hersenhelft.

Een stukje psychologie: Je brein heeft een capaciteit van 1400 woorden. De linker hersenhelft houdt zich bezig met de logica. De rechter is meer visueel, creatief en voor de lange termijn. Zou dat ook betekenen dat voor innovatie een sterker beroep gedaan moet worden op de rechter hersenhelft? Hoe triggeren we deze? Binnen de marketing gebruiken ze hier logo’s, ofwel plaatjes voor. Maar ook hoofdletters schijnen goed te werken om door te dringen tot het lange termijn geheugen. Wat zou men extra in kunnen zetten voor innovatie?

Mindmapping is een tool die ingezet kan worden. Het dient zowel ter brainstorming, als ter verbinding tussen het korte- en lange termijn geheugen. Tijdens het snel lezen brengt het structuur en helpt het verbanden te leggen. Een mindmap kan ongeveer 15 pagina’s samenvatten. Om de informatie ook echt om te zetten in kennis, het op het netvlies verankeren, geldt de regel herhaling is de meester van de kunst. En wel na 1 dag, 1 week en 1 maand. Dezelfde cyclus is ook van toepassing op het creëren van draagvlak. Dat brengt me gelijk tot het begrip leren. Vanuit het snellees-perspectief is dit op te delen in begrijpen, onthouden en reflecteren. Onderaan zijn wat highlights verzameld van de geabsorbeerde passages.

Na een hele dag cursus te volgen van tijdrevolutie lees ik al twee keer zo snel: van 150 woorden per minuut naar ruim 300. En dit is pas dag 1. Hoe snel zal ik wel niet na dag 2 zijn?

Quotes from Managing Innovation
‘Innovation is driven by the ability to see connections, to spot opportunities and to take advantage of them.’ ‘Innovation is not just about opening up new markets- it can also offer new ways of serving established and mature ones. It stresses the need to complete the development and exploitation aspects of new knowledge. It is about turning opportunity into new ideas and putting these into widely used practice.’ ‘New ideas have the potential to change the quality of life and the availability of opportunity for people to achieve better.’ ‘Innovation is making inventions work technically and commercially.’ ‘Change is needed to create and deliver offerings that are to survive and grow.’
Hence, above statements result in the fact that innovation does not equals invention. To prosper in innovation a proper process is required, one that covers project management, market development, financial management and supportive organizational behavior. The key to success lies in the combination of ideas, motivated staff, enormous energy, vision and in the end; instinctive understanding of what the customer wants.

Wetenswaardigheden uit Generatie Einstein
Het adagium onder de jongeren is form follows function. Er is een verschil in oogpunt: emotioneel versus technisch. Betekenis versus mogelijkheden. Van co-creation naar increation. Voor volwassen is het lastig hiermee om te gaan, een angst voor het denken in de eigen mogelijkheden van de nieuwe ontwikkeling, waar design voorop staat. ‘Verwondering en verbazing voeren de boventoon, gekoppeld aan weerstand tegen vernieuwing.’ Een nieuwe functie hierin wordt een succes als ‘ er gedacht wordt vanuit het middel, met een volledig eigen functie, mogelijkheden en bestaansrecht.’ Voor de communicatie is de essentie van de boodschap centraal, het moet niet het middel of een mediumtype zelf zijn. De behoefte moet duidelijk aanwezig zijn.

zaterdag 29 januari 2011

Het uitgesproken woord

De kracht waarmee de klanken galmen in de kerk maakt al het andere stil. Het gesproken woord in een klassieke hexameter cadans doet de gedachte meevoeren naar een plek hier ver vandaan. Ontvouwt werelden die ik normaal niet zie. Ik zit in de Paradijskerk tijdens nationale gedichtendag en luister. Zijn stem is vol en diep. Het is uit de kunst hoe woorden tot leven worden gewekt. Een onverwachte combinatie; zo raak. Het dreunt in mijn ziel. Hij kan het woord verkondigen. Van niets naar wonderlijk iets. Ramsey Nasr inspireert mij.

woensdag 26 januari 2011

De knop

Een drukke N weg, aparte tramstroken, afzonderlijke fietspaden en geen voetpad. Als een eiland ligt hiertussen een bushalte. De locatie is Westraven P&O. Een hotspot om forensen naar Utrecht te sluizen. Het bord in de lucht geeft aan dat bus 71 over 7 minuten wordt verwacht. De steunpilaar heeft een knop. De knop zonder naam lijkt tot de familie metrodeurknoppen te horen. Zou er wat in de paal open gaan als ik erop druk? Krijg ik een inkijk in zijn elektrische aders of verstoor ik de rust van een sprookjeswezen? Kans: 0%. Is het een signaal voor de buschauffeur dat er iemand staat te wachten – de stop ik wil instappen i.p.v. uitstappen knop- en de bus dus niet voorbij kan snellen? Kans: 95 %, techniek van wachttijd indicatie moet dit kunnen ondersteunen, daar deze al in verbinding met de bus staat. Het bord geeft aan dat het om een test bedrijf gaat. Zou dit niet te voor de hand liggend zijn? Het moet vast iets innovatievers zijn.

Misschien is het een knop om de klachten te uiten als de bus te laat is? Een knop voor direct contact met de 112 meldkamer, zodat je jezelf veilig voelt bij de bushalte? Of zou het een teletransporteerknop zijn? Één druk op de knop en je zit in de bus, waar die ook is. Maar waarom zou je dan nog gebruik willen maken een bus?

Het blijkt een knop voor blinden en slechtzienden te zijn. Het leest keurig op wat er op het bord beschreven staat; buslijn en verwachte tijd. Zou deze pilot *een kans van slagen hebben? Ik schat van niet, want alleen nieuwsgierige Aagjes drukken zomaar op knoppen. En is de kans groot dat tussen al dit verkeer een blinde of slechtziende zijn weg veilig naar de bushalte vindt? U mag het zeggen.

* Pilot en experiment worden vaak door elkaar gebruikt om een proef of iets nieuws-in-progress te duiden. Maar wat is nu precies het verschil? Pilot is meer een proefproject om een nieuw proces te testen, terwijl een experiment de proef zelf is en vaak een meer wetenschappelijk karakter heeft. Andere ideeën hierover? Ik hoor ze graag.

maandag 17 januari 2011

Verkeersinfarct

-Ode aan de buschauffeur –

De bushalte staat tussen Rotterdam en Delft. Als de zon gezakt is en de vroege arbeiders al huiswaarts zijn gekeerd is het er verlaten en stil. Je twijfelt, zou de bus al geweest zijn? Maar vandaag is het duidelijk. De bus is nog niet geweest. Al een tijd niet en het zal nog een tijd duren. Het is gezellig druk. Bus 40 komt aangetoefd. Aan de overkant stappen passagiers in. Het raampje gaat naar beneden en de chauffeur steekt zijn hoofd naar buiten; ‘Als je nou naar Rotterdam wilt, moet je ff mee naar Delft en dan de trein.’ En zo pikt deze nobele buschauffeur gestrande forensen gedurende de hele route op. Helaas heeft het niet zo veel effect. De opstopping heeft ook de verkeersaders in Delft platgelegd. Op sluiproutes wordt gestroopt voor het leven. Door mijn oordopjes klinkt de BNR jingle ‘Je wilt naar huis’. Ja, ik wil inderdaad naar huis maar wordt geconfronteerd met de inflexibiliteit van de Nederlandse infrastructuur. De mobiliteit kent grenzen, massale stagnatie, verkeerschaos en file. In Rotterdam staat er een vrachtwagen in brand.

Een paar dagen geleden was ik in het testcentrum van RWS, waar de nieuwe matrixborden, die rondom Rotterdam in gebruik zijn, zijn uitgevonden. Een innovatie waar men trots op is. Maar wat moet je als weggebruiker als alles rood kleurt?

Ik heb weliswaar (nog) geen telefoon met internet om mij real life te laten informeren over het wat&hoe en de prognose, maar dat had toch niets uitgemaakt. Het enige vervoersmiddel dat uitkomst zou bieden is er niet op te vinden. De oude vertrouwde benenwagen zou mij even snel thuis hebben gebracht (de reis duurde immers 1,5 uur).

woensdag 12 januari 2011

Twitter

Op de digitale datum 11.01.11 ben ik toegetreden tot Twitter. Twitter is een snel medium voor communicatie. In mijn ogen soms een Litter aan informatie. Uiteraard ben ik graag op de hoogte, maar ik heb geen behoefte aan een informatie overdosis. En dit is precies voor mij de uitdaging. Laat de perfectionist los. Geef het op om alles te volgen. Tijdens de Twitter try out van Kiezel is mij verteld dat ik Twitter moet zien als een café, een lawaaierige kroeg, waar veel ruis is. Je kunt niet alles horen. Je sluit aan bij de bar en legt je oor te luisteren. Sluit je je aan bij deze discussie, op dit moment, hier en nu? Sluit je je aan bij dat groepje in de hoek, ga je opzoek naar een andere bar of hou je het voor gezien? Dit zijn de keuzes in Twitterworld. En als je niet weet wat je moet kiezen, is er altijd nog de mogelijk tot #durftevragen. En hier raakt Twitter innovatie, of meer precies, knowledge brokering en kennisdeling. Denk aan InnoCentive of NineSigma. Hier liggen kansen op het vlak om innovatie van de zweverige wolk te halen door korte en bondige formulaties. Een frisse kijk of onverwachte out-of-the box berichten kunnen een nieuwe stroom aan ideegeneratie opgang brengen. Zijn de tweets, getekend door actuele aandachtspunten, echte kennisbronnen? Ervaart men Twitter als een vorm van effectieve kennisdeling of is het meer data en informatie? Weet je wat, ik durf te vragen.

Voor presentatie zie: twittertryout Kiezel
Tweetreply’s op durf te vragen zijn uiteraard te zien via mijn Twitter.
P.S. voor perfectionisten is er de mogelijkheid om lijsten te maken en zo de brei te filteren. En tweetdeck integreert weer de brei aan social media.

zondag 9 januari 2011

Scenario's

Afgelopen week heb ik mij verdiept in het scenario denken. Scenario’s worden gezien als een instrument om (kennis)leemtes te identificeren, een strategisch gesprek te voeren en leerprocessen op gang te brengen. Ze worden ontwikkeld voor strategievorming ter voorkoming of bevordering van bepaalde ontwikkelingen. Het kan gezien worden als een innovatie-instrument; een brainstorm over de toekomst. Dit wordt verhalend gepresenteerd. Bekende varianten zijn winnaars- en verliezers- scenario’s, ‘worstel en kom boven’ en ‘evolutie en plotselinge revolutie’ scenario’s. Ze komen voor in de vorm van een toespraak, dagboek, dialoog, briefwisseling of serious game. Maak vast kennis met de toekomst! Ervaar, speel en leer. De leidende gedachten van een scenario zijn onzekerheden, trends geven een invulling. Als klifhanger kan er een wildcard getrokken worden met een dergelijk impact dat maatschappelijk ontwikkelingen worden aangepast. Een voorbeeld was Tsjernobyl, maar denk ook aan een inslaande asteroïde. Het doel is om de uitersten op te zoeken. Uiteraard moet het niet uitmondden in sciencefiction, maar het moet wel aansluiten bij urgenties, behoeften, angsten en wensen. Kortom, de vuistregel voor een scenario; het moet plausibel, relevant en verassend zijn. Een hulpmiddel hiervoor is DE STEP methode. Er wordt gekeken naar ontwikkelingen op het gebied van de demografie, economie, sociaal-culturele ontwikkelingen, technologie en wetenschap, ecologie, en politieke & institutionele ontwikkelingen (zie Nekkers, p. 60-61). Hiervoor is het essentieel om het nieuws te volgen, met andere woorden, voor je werk de krant bijhouden. Überhaupt, is het niet fantastisch dat droombeelden relaas ook daadwerkelijk professioneel ingezet kunnen worden. Misschien dat ik wel een roeping heb gevonden. Hieronder een aantal impressies die mij op dit moment inspireren voor het schrijven van scenario’s:
- “Voor echte innovatie is een harde breuk met het verleden en een vernietiging van antecedenten onvermijdelijk” Sergej Diaghilev
- De mogelijke toekomst van het boek
- “Een carrière in de wereld van dromen.” Paolo Coelho
- Trends 2011
- Shell Energy Scenario’s 2050
- Gebruikte bron: Jan Nekkers Wijzer in de Toekomst
Binnenkort zal ik een scenario bloggen.