zondag 10 juli 2011

Intelligente tandpasta

Nederland is goed in kustverdediging. Na decennia ervaring heeft men het slepen met zand en het bouwen van versterkingen goed onder de knie. Het is zo te noemen een ouderwets vakgebied. Toch treed ook hier vernieuwing op. Men kijkt naar oplossingen als bouwen met de natuur, de kust natuurlijk te laten groeien door zandsuppletie.
Een mooi voorbeeldproject hiervan is de Zandmotor. Maar wat zal de toekomst nog meer brengen? Tijdens een interview over dit onderwerp vertelde een expert mij over intelligente zandkorrels. Deze zogenaamde intelligente zandkorrels zouden zich automatisch aanpassen qua vorm als het getij of de weersomstandigheden hier om vragen. Ze zetten uit, worden hard of zacht, doorlatend of afstotend. Al met al een wondermiddel uit de toekomst. De plek waar risico’s toenemen en kans op schade bestaat is uitermate interessant voor intelligente vormen.

Wat, meer in de persoonlijke sfeer, loopt ook altijd risico op beschadiging? Zo kwam mijn gedachtegang uit bij onze eigen kustbescherming; het menselijk gebit. Het voorportaal voor onze energie. Ons gebit is erg belangrijk. Het zegt zoveel over de levenssituatie van een persoon. Kijk naar de Amerikaanse glimlach. Waarom verlangen mensen hier zo naar? Omdat het succes uitstraalt. Daarnaast is het gebit zelfs ons enige echt goede identificatiebron. Kortom, kosten wat kost, het gebit moet beschermd worden. Een tandenborstel die aangeeft of je wel twee minuten gepoetst hebt, is dan gewoon niet genoeg.

Is het niet raar dat we voor ons kostbare gebit niet een goede totaaloplossing hebben. Als je het toiletkastje optrekt staat daar een batterij aan beschermingstools naast elkaar: tandpasta (in alle ondenkbare smaken), tandenborstel (elektrisch of handmatig), mondwater (in de meest gifkleurige samenstelling), raggers / flos of tandenstokers. En dan is dit overzicht nog niet eens compleet. Waarom hebben we al die poespas, waarom is het zo moeilijk? Dit roept om innovatie! Wie bedenkt de intelligente tandpasta, die zich zo vormt dat cariës, mondstank en ander tandverderf nu echt nooit meer een kans krijgen.

woensdag 6 juli 2011

De urinereactor

Ter voorbereiding op de innovatie-estafette van 4 oktober reis ik het land af op zoek naar informatie over doorbraakprojecten en workshops. Ik spreek met de water-innovatoren van dit land. Dit geeft inspiratie, o.a. tot scenario’s waarin de beoogde innovatie al tot gemeengoed geworden is. Lees hier de sketch over een toekomstbeeld voor waterzuivering en afvalverwerking geïnspireerd door de ketenbenadering en het C2C gedachtegoed.

“Astrid loopt met haar mobiel langs de uploadknop van het toilet. Draadloos laadt deze zich direct op. De uploadknop kleurt rood. Dit betekent dat de bodem van de urineopslag is bereikt. Het is anno 2035 en urine wordt gezien als een kostbare grondstof. De term afvalstof is verdwenen uit onze terminologie. Alles heeft een functie en kan gecombineerd worden. De meerwaarde komt uit de functiecombinatie. Urine wordt apart opvangen in zogenaamde reactoren, die de substantie omzetten in enerzijds energie en anderzijds kostbare bouwstoffen.

Loes komt binnen en ziet dat de uploadknop ondertussen rood knippert. Ze had erop gerekend en gaat direct het kleine kamertje in. Het is nog altijd wennen voor haar. Als kind had ze de gewoonte aangeleerd om door te spoelen en gelijk de handen te wassen. Nu heb je een urinedoelstelling per dag en gebruik je speciale gel voor reiniging, waarvoor je eigen urine gedestilleerd, geëxtraheerd en gecombineerd als bouwstof dient. Water is een schaars goed en wordt niet meer ingezet voor hygiëne. Nu heb je daar nieuwe technologieën voor; van de gels, die vroeger alleen gebruikt werden voor lange reizen zonder water naar antibacteriële infrarode stralen uit de douchekop. Als je erover nadenkt, is het ook wel logisch. Mensen hebben zich sinds mensenheugenis al met water gewassen, zijn daar geen efficiëntere, slimmere en betere vormen voor? Nu dus wel.

Loes komt de kamer binnen en ziet dat Astrid over haar Ipad gebogen zit. Ze raakt het scherm aan en de kamer wordt gevuld met verschillende voorwerpen. ‘Mam, je bent zo ouderwets. Is het niet tijd voor een nieuwe urinereactor. Het duurde net 3 minuten voor mijn mobiel was opgeladen. Wat vind je van deze aquamarijnkleurige?’
De urinereactoren zijn te vinden in de hipste modellen. Elk beroemd designerhuis heeft er een eigen versie van laten maken. Het gipsmodel stond zelfs weken op het hoofdpodium in het museum van de nationale innovatie. Urine wordt gezien als essentieel brandstofmiddel voor de maatschappij. Op jaarbasis kan een man ca. 25.000 km afleggen op basis van eigen productie. Sommigen zijn niet alleen zelfvoorzienend, maar houden een complete logistieke keten aan de praat. Plassen is daarmee een maatschappelijk goed en heeft in de kapsalons het mooi weer onderwerp verdreven. Loes knikt. Ze moest maar eens meegaan met haar tijd.”

Voor meer info, zie: meer doen met urine

zondag 3 juli 2011

Onderweg

Vrijdagochtend 8 uur en 35 minuten rij ik in een overvolle bus 11, vol met ambtenaren van de provincie, verzekeraars van ASR en studenten op weg naar hun laatste tentamen van dit studiejaar, langs de Utrechtse Schouwburg. Zoals gebruikelijk staat het stoplicht op rood en heb ik meer dan genoeg tijd om de toneel- en musicalaffiches te lezen. Mijn aandacht wordt echter getrokken door een meisje van achttien negentien, links van de affiches. Ze heeft een paars leren jack, een spijkerrok, zwarte legging en staat blootsvoets in het gazon. Haar haar is kletsnet. Ze heeft zojuist een geklede douche genomen onder de fontein. Het zonnetje moet nog ontwaken of heeft geen zin om vol te stralen. De temperatuur is aangenaam, indien gehuld in jacketje, sjaal en spijkerbroek. Het meisje vindt dat ze nog niet schoon genoeg, nat genoeg of gek genoeg is en werpt zich opnieuw tussen de waterstralen. Haar bewegingen hebben meer weg van een schoonpoetsbeweging dan van een dans. Dus waarom voor de schouwburg dit spektakel opvoeren? Wat zou het verhaal hierachter zijn? Een heftige donderdagavond studentenstapavond? De bus is ondertussen bij halte Rijnsweerd Noord en alle ambtenaren en verzekeraars wurmen zich door de mensenmassa naar buiten. Eindelijk wat lucht, ik was toch bijna onder een fontein gesprongen.