zaterdag 22 december 2012

Afscheidsrede

Het eind van het jaar staat in het teken van afronden, zodat er in het nieuwe jaar een nieuwe start gemaakt kan worden met nieuwe voornemens, kansen en mogelijkheden.
Dit jaar neem ik dat heel letterlijk. Ik rond mijn werkzaamheden bij Deltares af, zeg de huur van het prachtige appartementje aan de witte de with op en schrijf me uit bij de gemeente Rotterdam. Ik strek de zeilen en hoop op flink wat wind voor een voorspoedige tocht. In het land waar Columbus vandaan trok voor een nieuwe toekomst, ga ik aan wal in Barcelona.

De stad van zon, zee en zand. Van Guadi en Miro. Van cultuur en natuur. Van tapas en vino tinto. Alles is er. Behalve een baan zie ik u denken. Maar ook alles kan er. Sinatra's woorden licht herzien; if you can make it there, you'll make it anywhere!

Gesterkt voel ik mij door de twinkeling in mijn gesprekspartners ogen en de dromerige zucht dat had ik vroeger ook zo graag willen doen. Nu de Maya's het bij het verkeerde eind hebben en de Apocalyps achterwege blijft, is dit het moment voor het risicogen om zich te manifesteren. In 2013 ga ik op ontdekkingstocht en ondergaat mijn schip een metamorfose naar huwelijksbootje.

Het klinkt dramatisch om te zeggen dat ik de brandende schepen achterlaat en huis en haard verlaat. In Nederland is alles goed geregeld en worden gaatjes snel gevuld. En met maar 2 uur vliegen, geen tijdsverschil en continu digitaal contact kan het dichterbij voelen dan Beetsterzwaag. Maar toch hoort bij weggaan afscheidnemen. Te beginnen bij het werk. Het is onbekend of ik een klant of collega nog tegen zal komen, zeg ik dan tot ziens, tot ooit of vaarwel? Het is spannend of een gedachtegoed dat ik heb ingezet vervolgd zal worden en tot ontkieming komt. Het is niet meer vanzelfsprekend dat het ooit weer zo zeker en veilig als bij Deltares wordt.

Afscheidnemen  brengt ook mooie herinneringen mee. Zoals de hartverwarmende afscheidsborrel. Wat een mooie woorden van waardering. En wat fijn dat er zoveel mensen op afkwamen. Bepakt met presentjes en mijn tas vol papieren (precies genoeg om te kunnen flexwerken) houdt een directielid de deur voor me open en zwaait me uit. Een mooiere manier om een hoofdstuk af te sluiten is er niet.

Op 28 december verhuizen we naar ons nieuwe huisje aan de Calle Poeta Cabanyes.
Alle nieuwe verhalen worden bijgehouden op www.lijainbarcelona.blogspot.com

zondag 25 november 2012

Kitchenfarming


Een vriend werkt bij Philips en komt altijd met verhalen over fantastische nieuwe technische snufjes. Zo vertelde hij dat gaatjes nu echt moeten vrezen voor de tandborstel die ook kan flossen en waarbij een app aangeeft of je voldoende lang elke tand gepoetst hebt. Je zomervakantiesfeer kan voortaan thuis voortgezet worden met lampen die zich als een kameleon gedragen. En, ja apps zijn de trend, met een app bediend kunnen worden; lichtintensiteit en kleur. Direct effect. Met je vinger van links naar rechts over je vakantiekiekje, de kamer kleurt direct mee van blauw naar geel. Ook cityfarming heeft de aandacht, waar LED verlichtingsinnovaties worden toegepast om sla optimaal te kweken.  Groene muren vol met sla. Dit triggerde mij op de trend van zelfvoorzienendheid, waarbij ik niet zo zeer geïnteresseerd ben in cityfarming, maar in kitchenfarming voor de dichtbevolkte stedelijke gebieden. Is het niet veel duurzamer om zelf je eigen groente en fruit te telen in plaats van dit te laten importeren van ver, vervolgens in de winkel te kopen in een vastgestelde hoeveelheid en het overschot verrot te moeten weggooien? Philips is in staat om met licht de juiste temperatuur en lichtintensiteit per type groente af te stellen. Stel je voor, naast een keuken staat standaard een muur met bakjes, waar deze lampen op schijnen. Een dashboard, of beter natuurlijk een app, geeft de mogelijkheid om aan te geven waar ik behoefte aan heb. Bijvoorbeeld sterke verse basilicum. Klik. De juiste zaadjes worden in het bakje geplaatst, de lamp voedt het groeiproces en houdt de basilicum in leven. Nooit meer troosteloze bakjes kruiden.  Wellicht dat in de toekomst het groeiproces zelfs versneld kan worden met input uit de technieken van genetische manipulatie en 3d printen. Ik denk aan wortels, terwijl ik van werk naar huis rij en ondertussen heeft mijn kitchenfarming muur de zaadjes voor wortels geplant en zijn deze een half uur later volgroeid. Klaar om meegenomen te worden in de worteltaart. Lijkt me zeer duurzaam.



zondag 11 november 2012

Skyfall

Zaterdagavond. Bakken met regen. Uitgestorven straten op een lange rij na. Mensen dicht tegen elkaar aangedrukt, om dichterbij de kassa te zijn. Ze willen naar binnen, massaal. Een warm goed plekje in de uitverkochte zaal met hunkerende blik strak vooruit op het grote scherm gericht. Een nieuwe wereld binnentreden en jezelf verliezen in andermans, wel te vertaan mr. Bonds, avonturen. Skyfall.
 
De lichamen en asem doen de temperatuur rijzen. De vochtige jas drukt op je knieën. Bond beweegt door bouwwerken in lichter laaien en je wordt warmer en warmer. Het voelt alsof je er naast staat. Is dit wat de bioscoop je wilt laten ervaren? Een nieuwe vorm van de experience service: warm als het warm op het doek is. Zou dit in de toekomst ook betekenen oog om oog, tand om tand? Met bloedspatten, luchtdruk en nat regenwater!

Innovatie ontstaat uit ideeën. Ideeën om kansen te verkennen en nieuwe ruimte en categorieën te creëren, ook als dit ten koste gaat van oude werelden. Of om problemen in de huidige wereld op te lossen, zoals het warmte-effect tijdens Skyfall. Waarom zijn bioscopen, net als theaters, niet uitgerust met een garderobe? Is dit omdat bij massaconsumptie snelheid centraal staat? Aannames en argumenten over dat verandering niet mogelijk is, is innovatie in de doofpot stoppen.

Bioscopen zouden kunnen werken aan kapstokgelegenheden per zitplaats. Er is aan elke stoel een koord met hanger gekoppeld. Bij binnenkomst kan men hier eventueel de 3D bril voor de voorstelling vanaf halen en de jas aan ophangen. Met een druk op de knop verdwijnt deze in de ruimte boven de stoelen, in het hoge plafond, boven de lichtbundel van de projector. Daarboven zouden er zelfs verschillende services aangeboden kunnen worden: luchtblazers voor reiniging, een coating voor optimale regenbestendigheid en tot slot ontkreuken. Of dit verdienmodel sluitend te krijgen is, staat op dit moment niet centraal. Het is een aanzet om ongemakken te labellen voor verbetering en uit te dagen om dagelijkse situaties niet voor onvoorwaardelijk aan te nemen. Denk bijvoorbeeld aan het beschuit, met een kleine inkeping hoeft deze niet meer kapot te gaan bij het uit de verpakking halen.  

Terug naar nieuwe en oude werelden. Mr. Bond heeft hier in Skyfall ook zo zijn gedachten over bij het ontmoeten van de jonge Q; ‘being young doens’t necessarily mean being innovative’, teleurgesteld zijnde in de gadgets. Gestaag trekt hij zich terug in de oude tijd met zijn Aston Martin DB5 en handelt hij de slotscène af met een ouderwetse dolk in de rug. Toch sluit ook de oude generatie zich steeds meer aan bij de nieuwe digitale wereld; zo heeft de Paus sinds kort een eigen twiteraccount. Welke tweets zou hij vanuit de skyfall twitteren?

donderdag 4 oktober 2012

Technologische Esperanto

Flamboyante geëngageerde Italianen discussiëren luid en heftig over het belang van eco-efficiëntie in de landbouwsector. Voortbouwend op de huidige tendens van meer met minder, vertaalt dit zich naar dezelfde output (economische waard) met minder milieuschade. Ik spreek geen Italiaans en al kon ik het, dan nog zou ik problemen hebben met nuance, specifieke woorden en de humor. Maar vandaag voel ik me niet machteloos, want ik ben wel-equipped.

Achter in de zaal, weggestopt in een houten cabine, zitten twee hooggehakte opgemaakte vrouwen. Een echte Luigi wil zijn punt maken. Ik zie hem druk gebaren en hoor simultaan een zachte vrouwenstem die zijn woorden iets vertraagd in het engels uitspreekt. Een geweldige service om elkaar te verstaan. Maar hoe lang zal het tolkenvak nog bestaan?

Zal het vak ingehaald worden door de huidige technische ontwikkelingen en hiermee dit ambacht overbodig maken? Tegenwoordig is het mogelijk om gewapend met een ipad waar Google translate op draait al een gesprek te voeren in een vreemde taal. Je typt in wat je wilt zeggen, drukt op de luidspreker en de gewenste zin weerklinkt in de ruimte.

Stel je voor dat dit doorontwikkeld wordt en standaard bij o.a. vergaderingen ingezet kan worden. Ik spreek, de machine vertaalt naar de eigen taal en notuleert gelijktijdig tweetalig. Twee vliegen in 1 klap; IT-ontwikkelingen zeggen nu al te kunnen leiden tot een reductie van 50% [1] en geen overhead voor transcriptie en notulen. Dus geen tolken en notulisten, maar machines. Is dit een voorbeeld van waar de trend robotisering ons heenbrengt? Is dit de manier om meer met minder te bereiken? Wordt dit een nieuw voorbeeld van een disruptive innovation?

Om technologische Esperanto mogelijk te maken, ligt er  nog een uitdaging voor artificial intelligence op het gebied van semantiek en beter grammaticaal inzicht.  Zie de volgende uitkomst van een vertaling; “vodka is strong but the meat is rotten" from "the spirit is willing but the flesh is weak" (spirit" may indeed be "vodka", but not when used as an active agent who can be "willing” [1]). Wellicht dat het koppelen van woorden aan onze mimiek en bewegingen een uitkomst biedt. Sensors noteren de lichaamstaal en gebaren, om op te sporen op welke onderdelen er nadruk ligt. Dit kan helpen om de context van een zin beter te begrijpen en dus vertalen. Het gebruik van technologie biedt ook nog andere multifuncitonaliteit opties; je kunt volume aanpassen; iemand harder of zachter laten praten. Eventueel, kun je, net als bij een gehoorapparaat, eventjes de overstelpende hoeveelheid woorden uitzetten. Je laat het systeem dan zelf een samenvatting maken, die je snel laat afspelen alvorens je zelf het woord weer neemt. Een extra feature zou kunnen zijn het kiezen van stemmen, zoals mogelijk bij het gebruik van de TomTom – Vlaams, Limburgs of Rotterdams accent. En vergeet niet, de huidige generatie wordt praktisch geboren met oordopjes, dus een kans om deze ook nuttig in te zetten.


Of we technoligsche esperanto zullen bereiken? Ik denk van wel. Het beroemde innovatiebedrijf AT&T labs, waar o.a. de telefoon is uitgevonden, heeft op dit moment al de AT&T WATSON in gebruik. Een faciliteit waardoor mensen en apparaten op verschillende facetten interacteren.

Toch betekent dit niet dat het leren van talen onzin is.  Het is een prachtige concrete bezigheid en een manier om een nieuwe wereld te openen. Que hace que el agradable aprendizaje de un idioma! Vertaal dit maar in google translate en laat dat dan afspelen.

---
[1] Bron; Hovy, 2009

zondag 24 juni 2012

Urban Beekeeping




Sinds kort probeer ik me wat meer te verdiepen in de wereld van de bij. De bij als brenger van leven in stedelijke omgevingen. De bij in symbiose met de ontwikkeling als stadslandbouw en de roep om groene steden. Vanuit CO3 hebben we het project urban beekeeping omarmd. Dit voeren we uit in opdracht van Beeing, without bees no beeing, in het kader van het jaar van de bij.

Als aanhanger van de biomimicry filosofie -inspiratie uit de natuur om te komen tot innovatieve oplossingen voor huidige problemen - kunnen we veel leren van de bij. Binnen de bijen hiërarchie kent ieder zijn rol en als deze naar behoren wordt uitgevoerd, kan een kolonie groeien en groeien tot honderdduizenden. Om te komen tot deze rollen, zijn de bijen afhankelijk van het voedsel dat ze in de eerste periode als larven tot zich nemen. Het stuifmeel wordt verzameld van verschillende bloemen om het zo sterk mogelijk te maken. Net als bij innovatie, tap je uit verschillende bronnen om het eindproduct zo goed mogelijk te maken. Een van de rollen is de wachtbij. In principe staat deze alleen op wacht en kan de imker honing uit de korf halen en stuifmeel toevoegen. Alleen bij echt gevaar is de wachtbij genoodzaakt over te gaan tot actie wat met de dood wordt bekocht. Een metafoor voor hoe we met innovatie om zouden moeten gaan. Kennis zou vrij de korf in en uit moeten gaan. Het niet willen delen en risico's volledig willen afdichten, zou gezien moeten worden als ongewenst. Ga je over tot zulk soort gedrag, dan is een lang leven onverzekerd. Bijen bieden ook inspiratie om uit één grondstof een veelvuldigheid aan producten te maken; voedsel, zalf, was, antibiotica, alcohol... Doet dit u niet ook deels denken aan de veelzijdigheid van olie?

Bijen in de stad. Hot in New York, dus waarom niet ook in Manhattan aan de Maas? Maar als ik erover begin, sta ik opeens voor bange gezichten. De kunst is echter in het onderscheiden; bijen zijn geen wespen. Een bij komt niet af op je glaasje prik, maar op de stokroos in je tuin. Die stokrozen, die Franse dorpjes zo'n idyllisch gezicht geven. Een bij is niet kwaadaardig, het wil alleen maar voor ons plantjes bevruchten en zorgen voor zijn eigen kolonie. Een bij kan voor eenzelfde rustiek gezoem zorgen als de cicaden in Zuid-Frankrijk. Wat willen we met CO3 bereiken? Bewustzijn over het nut van de bij en het inzicht dat je een steentje BIJ kunt dragen door wat bloemen te planten of een eigen bijenhotel te ontwerpen. Hoe mooi zou het zijn als de stad opfleurt en als dank ons allen beloont met het door de Griekse goden zo gewaardeerde mede.

                                                           ***

PS; voor een prachtig voorbeeld van biomimicry, waar natuur en techniek gecombineerd worden is het onlangs gerealiseerd Gardens by the Bay in Singapore

dinsdag 22 mei 2012

Open Innovation is like playing poker

The ground rule for this master class Open Innovation is to have open discussions. We don’t only want to listen to the professor; far too dangerous of having people fall asleep. An undesired perspective, since our aim is to wake up the sleeping patents, make heterogeneous connections on platforms and find the value proposition leading to revenues from our business model.

This is the setting in which 40 ‘innovators’, ratio male/female 80%/20% respectively, average age ≈30 and surprisingly >75% taking notes on paper, dedicated listen to the amiable Henry Chesbrough, who engages his two-day class by raising questions and measure the awareness on Xerox, El Bulli, IDEO, Radiohead, Amazone, Innocentive and disruptive technology by letting them lift their finger.



We are knocking on the door of closed innovation –the era in which everything is invented behind high walls and sharing insight is seen as collaborating with the enemy. Times are changing and we face five erosion factors: 1) increasingly mobile trained workers; 2) more capable universities engaged in industry relevant research; 3) diminished US hegemony; 4) erosion of oligopoly market positions and 5) enormous increase in Venture Capital, where one does not pay for research, but for development. The time of doing everything alone has gone; the future lies in using other people’s minds for your business. It is a must to attract and connect the potential of the outside world to speed up the process, to commercialize and to mitigate risks.

This transition can be compared to the differences between poker and chess. Chess is a game where you have a plan for certain steps ahead; it is comparable to the current business. You play it not to lose, since you know the pieces and their ability. In case of poker one plays to win by using options and having the possibility to walk away, when risks are too high or the revenue is not promising enough. In the beginning the future is uncertain and not all information is known, you must be convinced in the added value to spend additional money and go to the next round. The best strategy is to have insight in the cards of the opponents. Each game you are able to form a team with stakeholders sharing a common interest; reaching the promised value proposition of the business model.  Invest in the key relationships, since time is more valuable than money in many cases. Nonetheless, you should be clear on who owns what: before, during and after the relationship.

The way to openness is not an easy road. Robert Kirschbaum from DSM compared his journey to a mousetrap. In mature companies opportunities are seen as problems. Furthermore, the invention is like a flower, but innovation is the demanding weeding process. Or inspired on Darwin’s evolution theory: it is not about the strongest nor the most intelligent, but the most adaptable that will succeed.

The trend now-a-days is a shift from owning (and bearing all the fixed costs) towards having access too (leasing). In this scenario you only pay for what you use. So with 3D printing, one can print on demand, when the customer asks for it, having no worries about inventory or forecast problems.  The business is becoming more and more relationship based. Services are critical throughout the value chain. They can be generated through co-creation with customers, resulting in economies of scale which can result in more options and hence in one stop shopping (or even ultimate customization). In the end, this approach is also more sustainable. By leasing out a company has an incentive to make the product or service as sustainable as possible, since their business models benefit from the hours of use.  By using Open Service Innovation …checkmate.

zaterdag 5 mei 2012

Ingehaald door de tijd.

Knipsels uit kranten, tijdschriften en nieuwsbrieven stapelen zich op. Al meer dan een maand in een toren van Pisa vorm op mijn salontafel. De stapel is zo hoog dat het gevaarlijk heen en weer schommelt door de minimale lucht die verplaatst wordt als ik erlangs loop. Het domineert mijn gezichtsveld. Vanaf de bank moet ik mijn best doen om eroverheen of langszij te kijken. Het is alom aanwezig. De stapel met knipsels maakt mij continu bewust van de voortschrijdende tijd en knaagt aan mijn creativiteit. Het kan zo niet langer en na ruim een maand pak ik de pen weer op om de stapel blaadje voor blaadje af te brokkelen.

De knipsel gaan over de hands-free paraplu, Pinterest en robots zoals ARMAR. Allen beschrijven uitvindingen of diensten, die mijn eerdere blogs professioneel verrijken. Of bewijzen dat wat ik als futuristische mogelijkheid schets, toch eigenlijk heel reëel in rassen schreden dichterbij komt. Kortom, mijn blogs worden ingehaald door de tijd. Of zoals Gary Shteyngart in een recensie over zijn nieuwste roman Supertriest Waargebeurd Liefdesverhaal vertelt dat hij tot de conclusie kwam ‘ik heb meer verstand van [speculatieve] fictie dan van science’ naar aanleiding van de observatie ‘ik dacht dat het allemaal over een jaar of tien, vijftien werkelijkheid zou worden. Wist ik dat het binnen twee maanden zou gebeuren!

Herinnert u zich nog de Cabriofiets? De overdekte fiets geschikt voor het onvoorspelbare natte Nederlandse weer. Een belangrijk element waar het bij de Cabriofiets om gaat is om droog, zonder capriolen van fietspakken en wegwaaiende paraplu’s, van A naar B te komen.

Nu is er de Nubrella, ofwel de hands-free paraplu. In feite een gestileerde grote doorzichtige badmuts, die in plaats van op je hoofd op je schouders steunt. Op de site worden de volgende unique selling points beschreven; ‘De Nubrella klapt niet om en waait niet kapot. Laat u veilig fietsen. Bied rondom bescherming en houd u lekker warm en droog.’ en als klap op de vuurpijl ‘het houd je kapsel in model’. Uiteraard zijn er nog wel verbeterpunten, aangezien je armen nog steeds nat regenen, maar het is zeker een stap dichter bij de oplossing van het probleem.




Soms geeft een knipsel ook ideeën voor het maken van een serie, zoals het stukje van Alexander Klöpping op 29 februari jl. Waar ik bij ‘Nooit meer iets kwijtraken’ zat te denken aan een systeem met sensoren om voorwerpen altijd terug te vinden, kan ‘Nooit meer iets vergeten’ het systeem van digitale prikborden achter Pinterest zijn. Pinterest kan er namelijk voor zorgen dat je bij elke online foto of tekst een memo met je eigen gedachte kan plakken. Daarnaast kun je verschillende tabbladen aanmaken met collages van beeltenissen. Daarmee is Pinterest wel direct een concurrent voor mijn stapel van Pisa. Hoewel, het doel is om nog meer informatie online te delen. Dus zou het dan een vervanging van mijn blog kunnen zijn? Dan zou ik het artikel op mijn prikbord kunnen plaatsen met alleen maar de opmerking; ‘nooit meer iets vergeten.’ Echter, Pinterest heeft toch net een andere interest, waardoor het in de toekomst een ideale bron voor data voor winkels kan zijn om precies dat aan te bieden dat past bij jouw smaak en interesse. Ik blijf de voorkeur geven aan langere teksten, die minder geschikt zijn voor deze vorm van social media.

Tot slot de Rolfomatic. Ik geniet dagelijks nog steeds van de 1.0 versie. Echter, ARMAR zou wel eens Rolfomatic 2.0 kunnen worden, waardoor Rolfomatic 1.0 zijn tijd aan meer interessante dingen kan besteden.
ARMAR is speciaal gemaakt voor in de keuken. Het is een humanoïde robot van het Karlsruhe Institute of Technology, die simpele taken kan leren door deze af te kijken van mensen. Het vraagt dus wel even quality-time om de kwaliteiten van Rolfomatic 1.0 over te dragen op Rolfomatic 2.0, maar als dat eenmaal gedaan is, heb je geen omkijken meer aan de berg afwas. Er zijn nog wel verbeterpunten. Zo blijkt ARMAR nog erg traag te zijn en wat onhandig. Daarnaast blijkt ook voorwerpherkenning nog een grote uitdaging. Maar over niet al te lange tijd zal ARMAR de keuken bevleugelen en kijken wij samen vanaf de bank met trots toe.

Bronverwijzing: interview met Gary Shteyngart, NRC 2 maart 2012, Bas Heijne.
Klik hier voor een filmpje over ARMAR

zaterdag 10 maart 2012

Impossible photography: de nieuwe Escher

Illusie wordt werkelijkheid. Droombeelden en surrealisme in het realistische medium gevat van een foto. Uiteraard bestaan er bekende technieken als fotoshoppen of computer animated pictures. Helaas verliezen deze beelden vaak de realiteitszin, het ziet er niet uit als een foto van een ware mogelijkheid. Het is direct zichtbaar dat het nep is. Erik Johansson vertelt op TED hoe hij ideeën kan fotograferen. Leest u dat goed? Ja, fantasievolle ideeën 2D in beeld vastleggen. Dit doet hij door te spelen met percepties; onze gedachten denken dat dit 2D beeld werkelijk moet zijn. Er wordt gespeeld met realiteit en illusie. Johansson kan gezien worden als een hedendaagse Escher waarbij onmogelijke constructies mogelijk gemaakt worden door de technologische innovaties van de afgelopen decennia. De foto doet werkelijk vermoeden dat het beeld in 3D reeds gerealiseerd. Hoe maakt Johansson dit mogelijk? Door voorwerpen uit het dagelijkse leven centraal te nemen en zich te houden aan drie regels: 1) het combineren van foto’s met dezelfde perspectief (zelfde hoogte) 2) dezelfde lichtinval en intensiteit 3) en een tovertruc van wegvagen.

Zo ontstaat er het volgende beeld: in een vredig landschap waar de krekels tsjilpen trekt een superheld, doch dood gewone jongen, met volharding een snelweg door het hoge helmgras. Ik zou zeggen een fantastische inspiratiebron voor aannemers en RWS, dit is nog veel effectiever dan asfalt op de rol. Voor Johansson is het geen hocus pocus, de kunst zit in de planning. Kortom, aanschouw dit filmpje en verrijk je eigen verbeeldingskracht.

zondag 12 februari 2012

Nooit meer iets kwijtraken


De sleutels van mijn moeders garage. Dat boek van Eva over die joodse familiegeschiedenis. De ketting, die toch niet zo mooi is, maar die oma zo leuk vindt als ik hem draag. Allemaal dingen waarvan de locatie snel gezeefd verdwijnt uit ons geheugen om zich weer te vullen met andere informatie. Soms zeg je nog bewust: ik leg het hier neer om niet te vergeten. Of ik schrijf het even op een briefje. Dat is vaak al de dooddoener en een teken voor een lange zoektocht.

Zou het niet heerlijk zijn als je niet meer hoeft te reageren met; oeps, vergeten waar de lonely planet van Maleisië ligt of aan wie ik het heb uitgeleend. Door gebruik te maken van locatiesensors moet het mogelijk om een ‘je bent mij niet kwijt’ netwerk in huis aan te leggen. Het werkt als volgt: Je huis wordt gescand en als een digitale kaart aan het netwerk toegevoegd. Je koopt een gewenst aantal sensoren en deze koppel je aan de voor jou op korte of lange termijn belangrijke voorwerpen. Eenmaal gelabeld wordt de locatie van het voorwerp in het digitale netwerk gesynchroniseerd. Gewapend met je mobiel of ipad kun je op een later moment dan opzoek naar het verloren gewaande voorwerp dat toch van belang blijkt te zijn. Hierbij bestaan er twee zoekopties: snel zoeken en spelzoeken. Snel zoeken is de locatie direct aangeven op de ingescande kaart van het huis. Spelzoeken gaat volgens het principe; hoe dichter bij, hoe (warmer) roder het beeld. Mocht je op straat, in een café of in de trein een vreemd voorwerp vinden, dan kun je ook gebruik van de ingebouwde functionaliteit ‘return to owner’. De vinder scant het voorwerp en de eigenaar krijgt een bericht dat het voorwerp gelokaliseerd is en kan dan bijvoorbeeld via whatsapp in contact komen met de vinder.

Aangezien men gemiddeld om de 7 jaar verhuist, dient zich altijd wel binnen afzienbare tijd een moment aan wanneer mensen over kunnen gaan op dit systeem en essentiële voorwerpen kunnen taggen. Daarnaast kan de markt deze applicatie ook als standaard gaan aanbieden bij nieuwe producten. Bij aanschaf van bijvoorbeeld een boek, kan men de sensor activeren en het direct adopteren in het eigen netwerk. Zodra het boek buiten de zone van het netwerk komt (buitenshuis), geeft het systeem aan dat een voorwerp weg is. Je kunt dan bijvoorbeeld aangeven dat dit boek is uitgeleend aan een vriend. En uiteraard kunnen we de ‘je bent me niet vergeten’ ook koppelen aan social media. Op facebook verschijnt er dan een icoontje bij de vriend die nu het boek bezit, zodat je op de hoogte blijft van uitgeleende voorwerpen. En mocht de vriend het in zijn huis kwijtraken, dan kun je het met jouw telefoon zo terugvinden door middel van spelzoeken, dat overal, dus ook buiten je netwerk, werkt om je eigen gelabelde voorwerpen terug te vinden.

maandag 6 februari 2012

Stadslab 7

Deze maand is in Rotterdam Stadslab 7, gevestigd aan de Calandstraat, geopend. Het Stadslab is een initiatief van Hogeschool Rotterdam en de Gemeente Rotterdam waar met creatieve technieken, nieuwe technologieën en data wordt gewerkt. De bedoeling is dat overheid, onderwijs en ondernemerschap er samenkomt en een broeinest vormt voor Rotterdamse innovativiteit, waar co-creatie en kennisdeling centraal staan. Dit gebeurt onder het motto: meten, weten en doen. Direct vertaald in drie bijpassende ‘sublabs’; sensorlab, open data en fablab.

In het sensorlab (meten) wordt geëxperimenteerd met sensoren en mesh networks. Maar ook worden er nieuwe concepten en toepassingen ontwikkeld.

Bij open data (weten) draaien de projecten rondom het inzetten van openbare data. Zoveel mogelijk overheidsdata wordt voor iedereen toegankelijk gemaakt om er op los te bouwen. Zo zijn er initiatieven als km3 en Rotterdam onbeperkt.

In het FabLab (doen) kunnen uiteindelijk de fysieke prototypes gemaakt worden. Hier zijn o.a. lasers en 3D printers openbaar beschikbaar.

Ook Flex010 kan goed gebruik maken van de faciliteiten en mogelijkheden van Stadslab.
Zo kan er in het sensorlab geëxperimenteerd worden met het optimaal benutten van sensors in een smartphone. Mogelijkheden zijn er om op locatie een scan uit te voeren met behulp van de sensors, waardoor het systeem realtime ge-update wordt met data over internetsnelheid, geluidsniveau en lichtintensiteit. Daarbij kan er met behulp van druksensoren onder een stoelpoot gemeten worden of een werkplek bezet of vrij is. In een oogopslag kun je dan aflezen hoeveel plekken er waar beschikbaar zijn. Ideaal voor flexwerken in het algemeen. Open data blijkt al databases te hebben met wifi-hotspots. Kortom, 1+1=3. Het zal niet lang meer duren of Flex010 is realiteit. Een goede reden voor CO3 om de volgende bijeenkomst bij het Stadslab te houden.

Flex010 is een project dat op dit moment door CO3 wordt ontwikkeld.

dinsdag 17 januari 2012

De Rolfomatic

Als mensen voor het eerst bij ons op bezoek zijn, geef we ze altijd vol trots een toer door ons stulpje. Met een beetje fantasie kan nog geen 40m2 ervaren worden als een riante woning, compleet met eetkamer, speelruimte, bibliotheek, lounge, walk-in-kast, multifunctionele badkamer, werk area, culinaire hoek, slaapvertrek en tot slot een wijnplafond. Een bijkomstigheid is dat je altijd door kunt praten, je bent nooit uit het zicht of buiten gehoorsafstand. Toch zijn er bepaalde voorzieningen die gemist moeten worden…Het is te krap voor een afwasmachine.

De stapel afwas in de hoek van het aanrecht doet mij soms met weemoed terugdenken aan mijn 13m2 studentenkamer inclusief keuken aan de Breestraat in Leiden. Of aan de avonden dat ik als klein meisje, staand op een kruk om tot het afdruiprek te reiken, de oren van mijn vaders hoofd kletste tijdens het afdrogen. Meestal slaak ik echter een diepe zucht en is het elke avond weer een confrontatie. Vanavond of morgen? Jij of …zucht… ik?

Gelukkig heb ik een echte ‘Rolfomatic’, die worstelt zich zonder schroom door de vaat. Voor mij een waanzinnige uitkomst, maar wij zijn echt niet de enige die tegen deze dagelijkse uitdaging aanlopen. En hoewel ik buitengewoon content ben, moet er toch een ook andere oplossing zijn voor kleine ruimtes? En daarbij bestaat er maar één ‘Rolfomatic’, uiterst schaars en niet commercieel inzetbaar. Een slimme ondernemer zou met een fantastisch product kunnen komen voor deze niche en het geluksgevoel van kleinbehuisden intens kunnen vergroten.


Daarbij hoeft de oplossing niet alleen voor keukens zonder vaatwasser te gelden, het kan ook de toekomst worden van de nieuwe culinaire experience. Wordt het namelijk niet eens tijd, om in deze tijd waar we volop bezig zijn met duurzaamheid en de schaarste van zoet water, te denken aan een andere wijze van schoonmaken? Waarom gebruiken we hier sinds mensenheugenis water voor? Innovatie is juist het gebruikelijke challengen. Kijk er anders naar en het onmogelijke wordt mogelijk waar. Madela heeft eens gezegd: ‘It always seems impossible until it’s done’. En hadden we drie decennia geleden voormogelijk gehouden dat je plastic, roestvrijstaal en keramiek uit de printer zou kunnen laten komen*?

Er bestaan uiteraard al een aantal vormen voor wassen zonder water; handgel en vochtige doekjes. Deze middelen worden op dit moment ook veelvuldig door André Kuipers gebruikt worden om zich in de ruimte zonder water proper te houden. Toch ben ik opzoek naar iets innovatievers. Ik denk meer aan mix tussen een laser en luchtverplaatsing. De laser zorgt ervoor dat alle bacteriën worden gedood en vieze resten worden afgestoten van het voorwerp. De luchtverplaatsing in combinatie met de zwaartekracht zorgt ervoor dat de resten loodrecht naar beneden vallen en opgevangen worden in een afvoerslang. Eventueel kunnen zich dan ook nog verschillende processen in de slang plaatsvinden, zoals het verbranden van de resten waar weer energie mee opgewekt kan worden om de laser te laten werken.

Wanneer deze uitvinding werkelijkheid wordt, dan zou ik hem graag de naam Rolfomatic willen meegeven. Kwaliteit gegarandeerd! Zou het mogelijk zijn om dit straks ook door de 3D printer te produceren?

* voor meer info over de trend van user-generated objects door gebruik te maken van 3D-printers, lees het artikel ‘Plastic uit de printer’ in de Elsevier (2, 2012) of surf naar Shapeways voor inspiratie en mogelijk een blik in de toekomst.

woensdag 11 januari 2012

Boeken

Sinds 1991 ben ik gefascineerd door boeken en hun onderkomen. Onbewust ben ik immer opzoek naar de bibliotheek uit Belle en het Beest of het Yusupov Paleis. Hoewel een muur tot aan het plafond gevuld met boekenkasten, die verbonden zijn door een rail met trap, ook niet verkeerd is.

Op dit moment is er echter geen fysieke ruimte voor deze fantasie en is het telkens weer een voorrecht als een boek een plekje op de plank verwerft, want dit betekent direct een enkeltje berging voor zijn tegenstander. Elke uitstapje is een potentieel gevaar voor de rangorde in mijn boekenkast.

Zo lonkt de Donner als een sirene als ik over het Binnenwegplein loop. Met de grootste moeite overtuig ik mezelf ervan dat er geen plek is en dat er nog een stapel boeken ligt waar ik niet aan toe kom. Soms zwicht ik, soms ben ik sterk. Maar altijd blijf ik hongerig naar nieuwe verhalen, overal. Vooral bij vrienden.

Zodra ik de gelegenheid heb, scan ik de ruggen op de boekenplanken die in het zicht staan. Ik maak een selectie op basis van genre en auteur. In één beweging pak ik een boek uit de kast en wend ik mij tot de rechtmatige eigenaar: ‘wat vond je van dit boek?’ Afhankelijk van het antwoord verlaten nog meer boeken hun thuis of laat ik de boeken met rust. Mocht mijn interesse blijvend gewekt zijn, dan vertrek ik 2 kilo zwaarder. De logees krijgen een eerste rang plek en heimelijk staar ik naar ze. Voor hen heb ik wel plek, want ze zijn tijdelijk. Had ik alleen maar de tijd om me terug te trekken en niets anders te doen dan opgerold onder de dekens verdwalen in een roman. Helaas blijven ze nu te lang op de plank liggen, waardoor het meer weg heeft van adoptie dan even logeren.

Op de plank liggen. Een bekend fenomeen bij innovatie. Ook voor boeken is het eigenlijk maar zonde. Geld moet rollen, dus waarom geldt dit niet ook voor verhalen? Zinloos om boeken stof te laten vangen. Misschien heeft het boek gewoon nog niet de juiste eigenaar gevonden en daarom ook geen prominente plek in de majestueuze bibliotheek. Laat de boeken die nu het onderspit delven en jou kennelijk onvoldoende hebben geïnspireerd, leuk waren voor tussendoor en niet bijzonder genoeg zijn, hun eigen pad vervolgen. Geef ze hun vrijheid. Help iemand anders zijn boekenkast te vullen, want ieder boek past bij iemand. Want in mijn queeste naar de perfecte bibliotheek is het wel van belang dat boeken blijven bestaan en niet vervangen worden door digitale exemplaren. Anders is het straks zo kaal met alleen een e-reader erin. Daarvoor biedt ik graag boeken ter adoptie een selectie van mijn boeken aan en ben ook erg benieuwd naar het aanbod dat uit andere boekenkasten zal ontstaan. Dit match & find principe stimuleert de vraag naar boeken en bevordert het vinden van een juiste plek. Een boek ligt dan niet op de plank, maar kaarsrecht in het gelid vervult het een dagelijks inspirerende taak en brengt het herinneringen boven.